Whiskyglazen – welk type te gebruiken of te mijden?
Ik speelde al lang met de idee om eens iets over te schrijven over het gebruik van whiskyglazen, maar het kwam er nog niet van. Totdat ik tijdens een live-stream Bob Minnekeer opnieuw zijn geweldige ballonglas zag gebruiken én een bevriend whiskyliefhebber me zijn speciale blender’s glas uitleende. Dat was voor mij de druppel! Nu moest ik wel met die glazen aan de slag.
Ik zet de verschillende glazen die ik voor het drinken en proeven van whisky gebruik (of gebruikt heb) even voor u op een rijtje met hun voor- en nadelen.
- Tumbler
- Glencairn
- Het mini-Glencairn glas
- Tulpglas
- Copita
- Ballonglas
- 1920s Blender’s Glass
Laat ik hieronder mijn ervaringen voor elke type glas even voor u verduidelijken. Maar weet dat whiskyglas 4 (het tulpglas) mijn dagdagelijkse glas is en dat het prima zijn werk doet.
Om dit artikel te schrijven zette ik alle 8 glazen op een rijtje en vulde ze met 3cl van dezelfde whisky, eentje waar ik erg mee vertrouwd ben, zijnde Auchentoshan American Oak Reserve.
Glas 1: de tumbler
Het hoeft geen betoog dat dit type glas maar één functie heeft: het genieten van een glas whisky (eventueel met een ijsblokje) op een zonovergoten terras of in je fauteuil terwijl je naar je favoriete film kijkt. Dit gebruik je enkel voor whisky die je al kent (of een goedkope blend) en waarvan je het niet erg vindt dat je niet alle aroma’s kan ontdekken. Je wil gewoon op je gemak van een malt genieten, maar er niet te veel bij nadenken. Voor het ontdekken van whisky is dit glas totaal ongeschikt.
Glas 2: het Glencairn glas
Ik heb lang bij dit glas gezworen en de eerste acht jaar van mijn blog mijn tasting notes geschreven gebruik makend van dit type whisky glas. Het heeft een goeie vorm voor het geleiden van de aroma’s en ligt bovendien goed in de hand. De flinke basis zorgt ervoor dat je het glas kan hanteren zonder je whisky op te warmen. Prima geschikt om tasting notes te schrijven, hoor. Het is niet voor niets hét officiële whiskyglas bij uitstek geworden. Dit kan prima dienen om tasting notes te schrijven. Makkelijk in onderhoud, mag in de afwasmachine en breekt quasi nooit (geloof het of niet, ik heb er al een paar laten vallen, maar dankzij het gewicht van de basis kwam het daar telkens op terecht en in de meeste gevallen brak het niet!).
Glas 3: het mini-Glencairn glas
Zoals de naam al doet vermoeden is dit een kleinere versie van het Glencairn glas. Het heeft dezelfde voordelen als het Glencairn glas, maar is m.i. iets minder geschikt voor het schrijven van tasting notes (hoewel erg makkelijk op verplaatsing, want past zo in je broekzak) omdat je bij de minimale vereist hoeveelheid voor het schrijven van notes (2 tot 3cl) eigenlijk al een betrekkelijk vol glas hebt, waardoor de aroma’s moeite krijgen om zich te ontwikkelen. Giet je echter maar 1cl, dan komen de aroma’s ook niet helemaal door. Dan ben je beter af met het gewone Glencairn glas.
Glas 4: het tulpglas
Het tulpglas is volgens mij ideaal. Het werkt met 2 tot 3cl whisky (wat ik voor het schrijven van mijn tasting notes gebruik) en legt de nadruk op de verschillende aroma’s die een whisky rijk is, terwijl het de alcohol bij whisky’s op vatsterkte niet naar de voorgrond laat treden zoals een copita dat wel doet. Werkt goed bij zowel oude, complexe whisky’s als moderne creaties en zorgt bijgevolg naar mijn mening voor het beste resultaat. Daarnaast is het goed betaalbaar (2 tot 3 EUR per stuk), makkelijk te vinden (zelfs in de supermarkt) en gemakkelijk af te drogen. Ook in restaurants hebben ze dit glas vaak op het schap staan (om porto en/of sherry in te serveren). Ik vraag dan ook steevast om mijn whisky (zonder ijs!) in dit type glas te serveren als ik uit eten ga.
Dit is dan ook het glas dat ik gebruik voor mijn tasting notes én de reden waarom ik dit type glas liet bedrukken met het Whivie-logo om te gebruiken tijdens mijn tastings. Hoewel het ballonglas en vooral het 1920s Blender’s Glass nog méér aroma biedt, wegen deze naar mijn mening niet op tegen het tulpglas. Aangezien ik ‘mijn glas’ ook steevast meeneem op vakantie of naar festivals, zweer ik bij dit glas. Zo blijf ik ook consequent in mijn tasting notes.
Glas 5: de Copita
De Copita is een zeer geschikt glas en komt met zowel een korte als lange steel (ik prefereer de lange steel) en wordt ook vaak in distilleerderijen gebruikt. Het lijkt erg veel op het tulpglas en is makkelijk in onderhoud, maar naar mijn mening accentueert het in eerste instantie de alcohol en minder de esters, waardoor ik eerder geneigd ben het tulpglas te gebruiken. Indien ik geen tulpglas bij de hand heb, zal ik bijgevolg eerder naar een Glencairn reiken dan naar deze copita.
Glas 6: het ballonglas
Volgens whiskyguru Bob Minnekeer zou dit het beste glas zijn. Hij daagde ons tijdens een live-interview uit om dit (blind) uit te proberen. Het ballonglas – vaak als cognacglas bestempeld – zou het meeste aroma aanbieden en ook de meeste diversiteit. Zo zou je andere zaken ruiken wanneer je de onderrand of de bovenrand van het glas aan je neus houdt onder 45°. En gelijk heeft hij! Wanneer ik aan de onderrand van het glas ruik, krijg ik quasi dezelfde ervaring als bij mijn vertrouwde tulpglas, maar wanneer ik aan de bovenrand van het glas ruik krijg ik andere aroma’s die ik niet eerder in de whisky ontdekte. Interessant! Maar de verschillen met mijn tulpglas zijn te klein voor mij om definitief over te schakelen op het ballonglas.
Glas 7: het 1920s Blender’s Glass
Dit is een relatief nieuw glas dat ontworpen werd op basis van een glas van zo’n 100 jaar geleden dat door professionals werd gebruikt. Bekend whiskyschrijver (en persoonlijke vriend) Angus MacRaild ontwierp het in samenwerking met de bekende (online) whisky shop The Whisky Exchange. Het heeft een bijzonder grote ui-vorm. De bodem is makkelijk het drievoudige van mijn favoriete tulpglas, maar de opening langs waar de aroma’s je tegemoet komen is dan weer verrassend smaller. Het was een verrassende ervaring. Het verschil met mijn tulpglas is groot. En ook met de andere glazen. Dit is het glas dat er uit springt. Maar het heeft ook verschillende nadelen.
Ten eerste is het verschrikkelijk duur. Reken op 30 EUR voor één glas. Ten tweede zou ik – om consequent te zijn in mijn tasting notes – vanaf nu enkel en alleen dit glas mogen gebruiken. Dat is praktisch onhaalbaar. Ten derde is het betrekkelijk fragiel en quasi onmogelijk om het deftig te onderhouden. Afdrogen is een nachtmerrie.
Besluit: ik opteer ervoor om mijn vertrouwde tulpglas te blijven gebruiken voor het schrijven van mijn tasting notes. Het blijft ook mijn dagdagelijkse glas om whisky uit te drinken. Maar ik overweeg sterk zo’n 1920s Blender’s Glass aan te schaffen voor het proeven van exclusieve of oudere malts voor mijn persoonlijke verrijking. Maar geloof me vrij: het ‘dagdagelijkse’ tulpglas is ruim voldoende om een whisky te ontdekken.
Tot slot nog even het Norlan Whisky Glass vermelden. Dit werd enkele jaren geleden geïntroduceerd en wil de looks van een tumbler combineren met de vorm van een tulpglas. Maar ik heb nog niet de neiging gehad om dit glas aan te schaffen omdat het zo’n 45 EUR per stuk (!) kost en bovendien (naar mijn mening) spuuglelijk is én een dikke rand heeft om van te proeven (omwille van de dubbele rand). Mocht iemand van jullie zo’n glas hebben, laat gerust je bevindingen weten of leen het mij een keertje uit.
Ik blijf ondertussen lustig verder proeven met mijn tulpglas.
May the Malt be with you!