Het is weer zover, de jaarlijkse hoogmis van Diageo met hun Special Releases. Na twee jaar werken rond het thema ‘Rare by Nature’ slaan ze deze keer (wederom) een nieuwe weg in. Het thema van dit jaar is ‘Legends Untold’, een door wellicht overbetaalde marketeers bedachte fantasiewereld die ons moet doen wegdromen naar de fabels van de mythische wezens die heersen over het land en het water rondom de Schotse distilleerderijen. Zucht.
Sterker nog, je kan de QR codes op de verpakking scannen en het label komt zelfs tot leven. Hoe geweldig is dat… (sarcasme toevoegen naar eigen goeddunken, aub)? Dat gezegd zijnde blijven het natuurlijk geweldige malts om naar uit te kijken, maar ik hou persoonlijk toch meer van een verpakking die verwijst naar de herkomst, het verhaal van de distilleerderij, de oorsprong en niet zozeer naar één of andere Schotse versie van de Efteling.
Laat ons dus maar gauw de marketing even laten voor wat het is en ons concentreren op de inhoud. Ik ontdekte de range op het geweldige Spirits in the Sky whisky festival waar ik de samples scoorde (bedankt, Herman!) en kocht me bovendien nog een extra set (waarvoor dank, Manny!), want dit is toch het type whisky dat ik graag meer dan één keer aan de lippen zet alvorens tasting notes neer te pennen.
Geen Pittyvaich dit jaar, wat ik betreur, maar dat maken ze gedeeltelijk goed door de nieuwe Johnnie Walker Blue Label Ghost & Rare Pittyvaich editie. Die (her)proef ik later. Geduld. Maar Talisker en Lagavulin laten zich weer van hun sterkste kant zien, terwijl die laatste ook meteen voor de klepper zorgt met een 26-jarige op sherryvaten (ik hoef er niet bij te vertellen dat het een operatie van bijna militaire proporties was om daar ook een sample van te pakken te krijgen.
We gaan ons er even voor zetten. Schenk u iets uit en geniet mee.
Cardhu 14 Year Old 2006 – 55.5% – The Scarlet Blossoms of Black Rock
‘The Scarlet Blossoms of Black Rock’ – je moet het maar bedenken. Klinkt bijna als de titel van een Kuifje-album. Deze Cardhu uit de Speyside rijpte 14 jaar lang in refill Amerikaanse eik alvorens een finish te ondergaan in – tromgeroffel – voormalige rode wijnvaten! Okay, da’s nieuw voor Cardhu, toch? Hij verschijnt voor het derde jaar op rij in deze reeks.
Nou, de neus is alvast bijzonder floraal, zelfs wat herbaal, met zachte toetsen van rood fruit en iets van bakkerskruiden. Iets van verse appeltaart, echt waar.
Best pittig op de tong, met een mooie kruidige prikkel die de malt body geeft. Opnieuw rood, maar ook boomgaardfruit. Denk appels, peren en aardbeien, overgoten met smeuïge karamel. En dan die kick van de kruiden. Ik vind dit lekker!
De finish is wat aan de korte kant en gaat terug de florale richting uit.
Wow, wat een aangename verrassing. Is zomaar eventjes de lekkerste Cardhu die ik al proefde. Dat begint hier al goed!
87/100. Zo’n 120 EUR.
The Singleton of Glendullan 19 Year Old 2001 – 54.6% – The Siren’s Song
The Singleton of Glendullan was in het recente verleden enkel verkrijgbaar in de States. We konden voor het eerst weer kennismaken met deze malt in de Game of Thrones serie’s ‘House Tully’ release. Maar nu maakt hij dus ook zijn opwachting in de Special Release. Na een rijping op refill Amerikaanse eik werd hij gefinisht op – wederom tromgeroffel – cognac-vaten!
Dat is onmiddellijk onmiskenbaar op de neus. Die is – zoals te verwachten was – erg fruitig op gedroogde vijgen, abrikozen en sinaasschillen, maar met een toets van overrijpe appels. Daarnaast nog wat marsepein en vanille. Niks wereldschokkends, maar de cognac toets vind ik wel prettig (misschien te wijten aan het feit dat ik zelf cognac pas sinds kort echt ben gaan appreciëren).
Op smaak vertaalt dat zich naar groene appels, groene druiven en zelfs wat kokosnoot, maar met een drogend element van de eik, die tevens voor een mooie kruidigheid zorgt.
De afdronk is lekker lang, warm en bevredigend.
Verdorie, ik ben flink onder de indruk van deze Glendullan.
86/100. Zo’n 140 EUR.
Royal Lochnagar 16 Year Old 2004 – 57.5% – The Spring Stallion
Dit wordt wellicht lente in het glas, want de release werd ‘The Spring Stallion’ genoemd. Deze Highlander werd gerijpt in zowel Amerikaanse eik als in Europese refill-vaten. Zou het paard in de stallen van Balmoral Castle staan? Dat ligt immers vlakbij de distilleerderij. Ik kijk hier enorm naar uit, maar het prijskaartje stoot me tegen de borst. Twee jaar geleden nog kocht ik de 12-jarige (weliswaar op drinksterkte) in de Games of Thrones reeks voor een 5e van wat deze kost. Zucht.
De neus houdt het midden tussen hartig als van bladerdeeg en zoet als van zomers fruit. Denk mandarijn, appel en kiwi. Daarnaast iets van een veld vol bloemen en hoogstaand gras. Voorlopig staat mijn wereld nog niet op zijn kop, hoewel dit best lekker ruikt.
Hola! Op smaak komt de hengst in galop. Lekker romig, flink kruidig met heerlijke toetsen van de eik – je proeft het hout, wat hem iets droog maakt, maar zeker niet houterig. Het fruit gaat nu meer de bitterzoete en zure kant op. Agrums met yuzu op kop. Ja, dit is een mandje vol citrus. Maar ook een mooie minerale toets verspreidt zich. Alsof ik een kiezeltje in mijn mond heb. Wordt gaandeweg steeds boeiender.
De afdronk is lekker lang, zacht gepeperd maar wordt wel een tikkeltje astringent op het sterfbed.
Wat een eigenzinnige malt. En niet te vergelijking met wat ik al geproefd heb van dit huis. Dat gezegd zijnde is het nog maar mijn achtste Lochnagar.
86/100. Zo’n 240 EUR.
Mortlach 13 Year Old 2007 – 55.9% – The Moonlit Beast
De Beast of Dufftown onder een volle maan wordt ‘The Moonlit Beast’. Hoewel we Mortlach vooral kennen omwille van zijn umami karakter en voornamelijk sherryrijping is deze speciaal omdat hij zijn schoonheidsslaapje hield op een combinatie van zowel virgin als refill Amerikaanse eik. Verrassend bleek. Lijkt wel witte wijn.
Euh… momentje. Ik check nog even het label, want ik zet mijn glas aan de neus en herken Mortlach absoluut niet. Maar het is wel degelijk het juiste flesje. Maar wie zich op de neus verwacht aan de typische umami spirit is er aan voor de moeite. Dit is verrassend fris en monter met geboende parket, confituur van kweepeer, kruisbessen en een gestoofd peertje in witte wijn.
De aanzet is krachtig met flink pikante houtkruiden die mijn speekselklieren in overdrive doen gaan. Vanille bij de vleet. Erg zoet op appels en kristalsuiker, aangevuld met iets van abrikozen en zelfs kokosnoot. Gember, amandelschaafsel en woodsmoke maken het plaatje compleet.
De afdronk is erg aromatisch, bijzonder zoet (fruitig, nu) en gepeperd.
Erg lekker Speysider, maar omdat er Mortlach op het label staat, blijf ik toch met een licht teleurgesteld gevoel achter. Vreemd, niet? Want best lekker, hoor. Maar dit is een erg zomerse Speysider en dus wat atypisch.
85/100. Zo’n 160 EUR.
Oban 12 Year Old 2008 – 56.2% – The Tale of Twin Foxes
Ah, Oban… Die stelt nooit teleur, toch? Enfin, op Whivie HQ zijn we er zot van, dus waren we maar wat blij dat er ook dit jaar een Oban in de reeks verschenen is. ‘The Tale of Two Foxes’ moet verwijzen naar de twee types vaten die gebruikt werden voor de rijping, neem ik aan? Ex-Bourbon en Europese refill-vaten in dit geval. Laten we maar snel een proeven.
Oban vertoont normaliter zachte maritieme trekjes, maar bij deze zijn ze echt prominent en dominant en… het werkt perfect! Zeewier, zout, appels en bananen, kiezels op het strand, een handjevol noten en een olijf op de achtergrond. Niet noodzakelijk in die volgorde. Geef hem een paar minuten tijd in het glas en hij komt helemaal open en wordt iets zoeter, maar tevens een pak complexer. Heerlijk!
Geweldig mondgevoel. Lekker olieachtig en erg fruitig op flink wat citrus, maar tevens geweldig zilt. Brak water gemengd met honing, appels en banaan opnieuw, maar dan een verrassende waxiness die me echt kan bekoren. Gember en mosterdzaad, witte peper en vooral een karrenvracht aan zeezout. Maar wat een krachtpatser en wat een balans.
De afdronk… correctie: de Afdronk is pittig, zo clean als de bips van een pasgeboren baby en dooft slechts heel langzaam uit.
Ik denk dat ik net mijn lekkerste Oban ooit geproefd heb (oké, oké, het is nog maar mijn 15e). 88/100. Zo’n 110 EUR.
Talisker 8 Year Old 2012 – 59.7% – The Rogue Seafury
In 2018 kwam Diageo voor het eerst met een 8-jarige Talisker op de proppen in de Special Releases (voor 85 EUR) en dat blijft één van mijn favorieten. In 2019 volgde een 16-jarige en in 2020 wederom een 8-jarige (voor 90 EUR). Zo ook dit jaar, de zogenaamde ‘The Rogue Seafury’. Gerijpt in wat Diageo omschrijft als ‘heavily peated refill casks’. Maar ondertussen tel je hier wel 110 EUR voor neer. Gaat dat niet wat erg hard voor een 8-jarige, Diageo?
Oesje, wat is me dat? Nu weet ik dat Talisker wat maritiem is en zelfs wat peaty, maar daarnaast toch ook flink wat citrus en peper vertoont en dat doet deze Talisker eigenlijk helemaal niet. Blind zou ik zelfs eerder aan Caol Ila of zelfs Lagavulin denken. Zeewier, oestersap, gekookte ham en gyproc met een paar Haribo-beertjes op de achtergrond. Erg interessant, maar wel bijzonder atypisch voor Talisker (en ik ben er eerlijk gezegd niet zo blij mee).
Op smaak is hij erg jong, hoor. Het citrus is nu wel alomtegenwoordig, maar wordt overstemt door een emmer vol zeewater. De peper probeert zich ook te tonen, maar het zilt is gewoon te overheersend. Ook de peat is weer van Islay-proporties waardoor ik echt niet het gevoel heb een Talisker in het glas te hebben. En als ik eerlijk mag zijn: ik proef weinig meer dan zilt en turf. Jammer.
De afdronk is erg lang, erg warm, erg zilt en erg rokerig.
Blind had ik dit nooit Talisker genoemd. En hij is erg duur voor wat je krijgt.
84/100. Zo’n 110 EUR.
Lagavulin 12 Year Old – 56.5% – The Lion’s Fire
De Lagavulin 12 is een vaste waarde in de Special Releases. De aristocraat van Islay is de ‘fiercest and smokiest’ van de bende, vandaar ‘The Lion’s Fire’. Toen ik laatst op Islay was, heb ik daar geen enkele leeuw gezien, moet ik zeggen. Anyway, gerijpt op refill Amerikaanse eik. De vorige drie releases vond ik echt uitstekend, dus ligt de lat voor deze Laga ook wel bijzonder hoog.
Op de neus is hij verrassend zacht met slechts een zuchtje rook. Het medicinale tekent present (denk brandwondenzalf en een pleister). Dan mooie toetsen van zoete mout met flink wat citrus en witte peper. Het sap uit een bokaal olijven. Zeewier. Rotsen in de branding. Plasticine. Elegant en uitnodigend. Een pak minder zoet dan de versie van vorig jaar. Maar dit is wel wederom top.
Ja! Op de tong is het op en top Lagavulin. Erg rokerig. Zoete rook, echt waar. Krachtige toetsen van citroen en peper (maak daar gerust chili van), aangevuld met olijfjes, oesters en flink wat getoaste eik. Een perfecte balans tussen zoet, zilt en bitter (van het hout).
De afdronk is rokerig, zilt, geturfd op citroen en stokvis. Zo bevredigend.
Het toppertje van de reeks – alweer. Deze koop ik jaarlijks blind. Altijd prijs, altijd gewonnen.
89/100. Zo’n 130 EUR, wat ik er met plezier voor neertel.
Lagavulin 26 Year Old – 44.2% – The Lion’s Jewel
Ik ga u niet vervelen met het prijskaartje dat ik betaalde voor dit sample. Als u weet dat een fles meer dan tweeduizend euro kost, moet ik daar geen tekening bij maken. De verkoper wil trouwens anoniem blijven, wat ik respecteer. Enfin, het kroonjuweel van de reeks rijpte op first fill PX en first fill Oloroso sherry seasoned casks. En na 26 jaar hebben de Engelen al flink gesmuld. De vatsterkte is nog 44.2%.
De neus is umami en zoet op een bedje van rook. De typische toetsen van Laga schemeren mooi door, hoor: lijnzaadolie, gerookt vlees, Abroath Smokies, een vissersboot die net aanlegt, een vreugdevuur op het strand, maar ook wat butterscotch en zelfs iets van munt. Ik had een zware sherryinvloed verwacht (tenslotte toch first fill vaten), maar dat valt best mee. Hoewel ik flink wat kaneel en kruidnagel ontwaar, alsook een handjevol bessen, vijgen en rum-rozijntjes, is het toch vooral het DNA van de Laga spirit met flink wat zoete rook die hier de plak zwaait. Erg lekker.
Op smaak is hij verrassend zacht met een medium body. Lekker olieachtig met gestoofde appeltjes besprenkeld met kaneel, scheepstouw en peper. Spek op de BBQ versus gebakken ananas. I kid you not. Je proeft het eikenhout, maar slechts op de achtergrond. Het geheel is complex, zoveel is zeker.
De afdronk is lang, zachtjes drogend op zoete BBQ saus, teer en een vreugdevuur. Glühwein op het sterfbed.
Indrukwekkend, vast en zeker. En het feit dat het alcoholpercentage wat lager ligt heeft deze helemaal geen windeieren gelegd. De nuances komen daardoor des te meer naar voren. Maar… in alle transparantie: ik heb al betere Lagavulin geproefd voor een fractie van de prijs. Mocht deze 500 EUR gekost hebben, haalde ik hem (misschien) in huis, maar deze prijs is van het goede te veel (ik ben beleefd) voor deze gewone sterveling.
88/100. Tussen de 2.000 en 2.500 EUR.
Wow… Wat een reeks! Oké, de prijzen zijn behoorlijk hoog en de verpakking moet wennen, maar de liquid is top. Vooral de Oban en de Cardhu waren prettige verrassingen. Van de Lagavulin mochten we gerust zijn dat die weer zou scoren. Enkel de Mortlach en Talisker vielen me een beetje tegen, maar dan vooral omdat ze zo atypisch zijn – het blijven goeie malts! Als ik even terugkijk naar de scores (en ik heb blijkbaar de reputatie van gierig te zijn met mijn punten), dan is dit echt wel goed spul.
Ze staan nu op het schap bij de betere drankenhandel. Laat het u smaken!
May the Malt be with you!