Prestwick – Kilmarnock – Clydebank – Glasgow

Na een vertraging van zo’n 180 minuten, steeg onze Boeing op van Charleroi om ons na anderhalf uur veilig neer te zetten om de luchthaven van Prestwick, een halfuurtje ten zuiden van Glasgow.

Even later zaten we veilig en wel in onze Vauxhall Zafira (met het stuur aan de verkeerde kant!) en vertrokken we richting Auchentoshan.

Johnnie, Stop Walking?

Eerst maakten we een kleine tussenstop in Kilmarnock, waar de grote bottelingplant van Diageo staat. Het is vanuit deze reusachtige fabriek dat Johnnie Walker vertrekt. Lang zal dat niet meer duren, want Diageo plant deze fabriek binnenkort te sluiten. Dat zit de lokale bevolking uiteraard niet lekker.

Daarna aten we, om een fond te leggen voor het proeven van whisky bij Auchentoshan, een meeneem maaltijd uit een kebabzaak langs de weg. Dit was wellicht de slechtste maaltijd ooit die ik naar binnen werkte. Wie mij kent, weet dat ik normaliter altijd proper mijn bordje leeg eet, maar voor deze wansmakelijke schotel heb zelfs ik gepast. Miljaar!

Auchentoshan

Dan eindelijk aangekomen bij Auchentoshan. De wet van Murphy zorgde ervoor dat de distilleerderij zelf twee dagen voordien getroffen werd door flash floods, waardoor de machinerie allemaal stilstond (de motoren waren uitgebroken om te laten drogen). De productie zal voor minstens een week stilliggen. Dat neemt niet weg dat de Head Distiller, de supersympathieke Jeremy Stephens, ons met veel plezier mee op sleeptouw nam.

Aangezien hij ons een ‘niet-voor-normale-stervelingen-beschikbare-behind-the-scenes’-toer van meer dan twee uur ging geven, raadde hij ons aan eerst onze aankopen te doen (aangezien de shop sluit om 15u en wij dan nog niet klaar zouden zijn). Zo gezegd, zo gedaan.

Jeremy nam ons dan mee op sleeptouw voor een bijzonder leerzame toer, waarin alle aspecten van het productieproces tot in alle details werden belicht. We mochten zoveel foto’s maken als we wilden en de toer volledig opnemen (aangezien deze als research diende voor het boek dat we momenteel aan het bij elkaar schrijven zijn – daarover (veel) later meer).

De inleiding ging uiteraard over de ingrediënten en de verwerking ervan in de mash tun, die volledig leeg en gereinigd was (gezien de recente overstroming). Auchentoshan beschikt momenteel over 4 washbacks waarin zo’n 38.000 liter van het bierachtige goedje de fermentatie ondergaat. Jeremy liet ons proeven van dit ‘bier’ – het deed ons denken aan een licht zurig witbier.

Daarna kregen we de drie distillatiekolven, de zogenaamde stills, te zien, alsook een woordje uitleg over de spirit safe en de verwerking van de low wines tot uiteindelijke spirit. Hoewel we de spirit proefden (en die was heel duidelijk Auchentoshan-style), lieten we de foreshots en feints begrijpelijkerwijs voor wat ze waren. De spirit had een ABV van 81%. Jeremy was zo vriendelijk ons een sample van 100ml voor de verzameling af te vullen.

Bottle Your Own

Tot slot bezochten we een warehouse, waar de vaten liggen te rijpen. Tot voor kort was het de distilleerderij zelfs verboden om publiek toe te laten tot de opslagplaats. In het dunnage warehouse (dus maximaal drie hoog gestapeld) dat wij bezochten rijpen momenteel zo’n 1.500 vaten, waarvan het grootste deel bourbon barrels, een kleiner deel sherry hogsheads en een nog kleiner aantal (ik telde er een zestigtal) wijnvaten. Na ook hier de nodige uitleg te hebben verkregen en ons vergaapt te hebben aan al dat moois, mochten we ons eigen flesje afvullen van een 13-jaar oude Auchentoshan, gedistilleerd in november 1996 (net geen 14 jaar). We proefden hem eerst uitgebreid, zowel neat als met een beetje water (hij was beter zonder, vond ik) en vulden dan een flesje van 200ml (mijn budget kon een fles van 700ml niet meer trekken), dat Jeremy daarna personaliseerde voor me. Dit was de 100e fles die werd afgevuld van dit vat, dat in januari 2010 uitverkoren werd voor het bottle your own­-programma van Auchentoshan. De verwachting is dat het nog een klein jaar zal meegaan.

Daarna liepen we in de ondergaande zon nog even rond de distilleerderij waarbij we enkele plekjes te zien kregen die normaal niet toegankelijk zijn, de prachtige opslagplaats voor de gist om dan via de de ondertussen lege parking en gesloten visitor center terug naar binnen te gaan. Jeremy nodigde ons namelijk uit voor een dram in de bar. We would get more than we bargained for

(wordt vervolgd)