Het was zomaar even 5 jaar geleden dat ik nog eens bij Wullie Macmorland in zijn bekende Schotse restaurant The Hielander was gaan dineren. Maar ja, het is natuurlijk niet bij de deur. Niet minder dan 3u20 deed ik erover om tot in Alkmaar te geraken. Maar wat een leuke stad. Hier moet ik met vrouwlief toch maar eens op citytrip naartoe.
Ik was er niet bepaald om aan sightseeing te doen, maar om van een heerlijk whiskydiner te gaan genieten, begeleid door whisky van Blackadder. Mijn whiskygabber Manny had me de uitnodiging doorgestuurd en ik ging er maar wat graag op in.
Voor dit diner had Wullie vader Robin en zoon Michael Tucek uitgenodigd. Wie de Tuceks een beetje kent, weet dat dit een avond vol grappen en grollen gaat worden.
Na de hartelijke ontvangst door Wullie werden we uitgenodigd aan tafel te gaan. Elke zitje was bezit. Een full house! Kort na de introductie van de gastsprekers, dook Wullie de keuken in om zijn voorgerecht te presenteren.
Sweet & Spicy – Haggis Spring Rolls – Blackadder Legendary Sherry Cask (46%)
Ik beken, ik hou wel van haggis, maar deze presentatie was alleszins nieuw voor me: haggis in loempiaatjes. En het was heerlijk. De whisky die erbij gepresenteerd werd combineerde goed met dit gerecht, maar dat neemt niet weg dat ik de whisky an sich betrekkelijk middle-of-the-road vond.
Michael vertelde een beetje over de whisky en liet dan het woord aan vader Robin die ons vergaste op enkele woordspelingen en grappen (de ene al schuiner dan de andere). De toon van de avond was gezet.
Where the Mountains Meet the Sea – Veal Tartar with Anchovy Fritters & Truffle Mayo – Blackadder Chimera 2017 (46%)
Opnieuw een heerlijke gerechtje van Wullie, dat ondersteuning kreeg van de nieuwe Blackadder Chimera. Een chimera (soms ook chimeara) is een hybride monster uit de Griekse mythologie. Voor deze whisky betekent het een blended malt. Op de neus viel hij me erg goed mee, maar op smaak was het wederom wat gewoontjes naar mijn mening.
Ondertussen bestookte Robin ons verder met zijn grapjes, maar het mag gezegd: de meeste waren wat op leeftijd en we waren nog niet beschonken genoeg om ze al grappig te vinden.
Doon the Watter – Fresh Sea Bream Fillets with a Spicy Tomato Relish – A drop of the Irish Sherry Finish (58.9%)
De zeebrasem van Wullie was fantastisch. Hij smolt in je mond. En ja, de Ierse single malt (ongetwijfeld van de Cooley-stallen) paste daar perfect bij. En het mag gezegd: hij was erg lekker.
‘What do you call a fish without an eye?’, werd ons door Robin Tucek gevraagd. Toen het antwoord uitbleef lachte hij ‘Fssssshhhhhhhhhhhhhhh!’. Flink wat wenkbrauwen werden gefronst en het eerste, voorzichtige protest werd hoorbaar. Waarom vertelt Robin niet meer over zijn product of zijn bedrijf? Dat laat hij aan Michael over, die zich gespeeld schaamt voor zijn vader. Helaas ligt het er een beetje te dik op dat het eigenlijk een act is. Een – in mijn ogen – povere poging tot stand up comedy.
Na de zeebrasem kondigde Wullie een welverdiende pauze aan. Die benutte Manny en ik om een praatje te maken met enkele andere gasten. Zo hebben we weer enkele toffe mensen leren kennen.
Na een minuut of dertig werd het hoofdgerecht geserveerd. En dat was smullen!
Where’s Donald? – Pink Roasted Breast of Duck with a Sherry & Wild Mushroom Sauce – Blackadder Black Snake VAT No. 10 (60.6%)
Eindelijk een echt lekkere whisky. Ja, echt, deze whisky beviel me erg. En Wullie presenteerde daar weer een fantastisch gerecht bij dat perfect combineerde. Zijn roze eendenborst maakte dat het erg stilletjes werd in het restaurant.
Toen Robin de pointe van een flauwe grap over nonnen aan de hemelpoort debiteerde, vroeg een gast ‘Vertel eens wat meer over de whisky! Waar komt ie vandaan?’, waarom Robin deadpan antwoordde ‘From Scotland’. Michael en Robin verloren op dat ogenblik toch wel een beetje de voeling met hun publiek. Het applaus dat volgde op de tussenkomsten van beiden werd steeds minder enthousiast. Gelukkig was het nu niet lang meer.
Death By Chocolate – Pure Chocolate Trio – Blackadder Peat Reek Raw Cask (60.9%)
Dat chocolade en geturfde whisky goed samengaan, weten we al langer. Dit trio van pure chocolade (ijs, moeilleux en saus) verdween als sneeuw voor de zon, samen met een drammetje Peat Reek Raw Cask. Het alcoholpercentage was niet van de poes, moet ik zeggen. Maar het werkte perfect. En hoewel Robin niet wilde vertellen waar de whisky vandaan kwam, liet hij zich wel ontvallen dat het geen Islay is. Manny en ik hadden al voor die bekentenis naar elkaar gekeken en gefluisterd ‘Ledaig’.
Robin en Michael waren ondertussen zelf wat uitgepraat, wat betekende dat we in alle rust van de koffie konden genieten…
Seriously Good Stuff – Coffee – Blackadder Strathmill 1989 (53.3%)
Bij die koffie werd een groot kanon bovengehaald. Althans, zo werd deze Strathmill alvast aangekondigd. Op de neus vond ik ‘m alvast veelbelovend, maar op smaak kon hij die belofte niet helemaal waarmaken. Dat neemt niet weg dat dit toch een zeer mooie malt betreft. Wetende dat Strathmill en ik geen dikke maatjes zijn, kon deze mijn goedkeuring wel wegdragen.
Terwijl de bestellingen voor de bottelingen binnenliepen (en dat waren er toch aardig wat), namen Robin en Michael afscheid van de genodigden… tot opluchting van velen. Nu, ter verduidelijking, het klinkt erger dan het was, hoor. Maar toch… de act was wat te vermoeiend en in alle eerlijkheid waren de grappen in de meeste gevallen gewoon niet grappig. Daar zit niemand op te wachten. Het ware interessanter geweest indien Robin en Michael meer de nadruk op de whisky hadden gelegd. Immers, daar was vraag naar. Maar goed…
Terwijl Wullie druk bezig was met het afrekenen van de klanten, fluisterde hij ons in dat we ons niet moesten haasten. Hij wilde ons immers nog een paar dingetjes laten proeven. Ah, die goeie ouwe Wullie toch. Want ja, wat we na de officiële tasting proefden was zeer interessant.
Zo proefden we een geweldige Arran 17 Year Old voor de Ben Nevis Club, die meteen werd gevolgd door een echt hybride whisky… BNC’s Linkphroaigh 2009. Deze malt is nooit publiekelijk verdeeld geweest, maar het verhaal er achter is wel leuk. Het vat Linkwood dat Wullie had liggen, was spontaan beginnen lekken. Het werd in allerijl overgestoken naar het eerste beste beschikbare lege vat… maar dat was er eentje van Laphroaig dat maar net was geleegd. Het resultaat is een – in alle eerlijkheid niet bepaald lekkere – Linkphroaigh. Ik zag bovendien een Auchentoshan op het schap staan die ik nog niet had geproefd. Een 19 jarige op Amontillado-vat van The Maltman. Lekker, hoewel het distilleerderijkarakter nog maar net te ontdekken viel (misschien juist daardoor, hoor ik u denken). Ik ben me daags nadien zo’n flesje gaan halen.
Maar het feest was nog niet gedaan. Ik proefde ook nog een Single Cask Exclusive – Lowland (cask ref AB no 001) van David Stirk’s Creative Whisky Company. Deze Ailsa Bay had weinig om het lijf, moet ik zeggen.
Maar toen Manny en ik zo rond een uur of half drie onze Bed & Breakfast binnenstrompelden, had mijn partner in crime nog een verrassing voor me klaarstaan. De Spice King Batch Strength was een meevaller, maar de BenRiach 2008 MOS Warehouseshop van Malts of Scotland, gebotteld in 2017 op 57.5% was een geweldig slaapmutsje. Zo rond een uur of 4 vonden we het welletjes en kropen we onder de wol.
Wat een memorable uitstap, zeg! Bedankt, Manny, voor de uitnodiging en het immer gezellige gezelfschap bedankt Wullie voor de heerlijke maaltijd.
Ik heb mezelf voorgenomen dat het nu géén 5 jaar zal duren voordat ik weer een bezoekje breng aan Alkmaar en restaurant The Hielander!
May the Malt be with you!