Eind september was het eindelijk zover. Niek en Ilse zouden Sofie en mezelf vergezellen voor een 6-daagse trip naar Islay, het mythische whiskyeiland aan de westkust van Schotland. Een droom die in vervulling gaat, laat ik daar alvast mee beginnen. En het was erg de moeite.
De komende vier dagen zal ik u trakteren op een reisverslagje dat u (wellicht) zal doen watertanden van goesting. Het wordt een week die wij ons alvast nog erg lang zullen heugen.
Donderdag 21 september 2017
Naar Islay op vakantie gaan is één ding. Er geraken is wel wat anders. Wij vlogen met KLM vanuit Schiphol op Glasgow om daags nadien vanuit Kennacraig de ferry te nemen.
Maar onze eerste avond brachten we dus door in Glasgow. En we hadden honger. En zin in een lekkere whisky. Dus namen we een taxi naar de bekende whiskypub The Bon Accord. Paul trakteerde ons op een heerlijk diner, terwijl wij ons tegoed deden aan enkele heerlijke whisky’s.
Ons aperitief was een heerlijke Tullibardine 24 Year Old 1993 van North Star Spirits, speciaal gebotteld voor The Bon Accord. Na het maal trakteerden we onszelf op drie legendarische drams: Ardbeg 30 Year Old, Brora 35 Year Old gebotteld in 2013 en Port Ellen 8th Release 29 Year Old 1978. Needless to say dat we nadien zalig geslapen hebben…
Vrijdag 22 september 2017
Na een vroeg ontbijt stond er een flinke rit van meer dan twee uur voor de boeg om Kennacraig te bereiken. De rit bracht ons eerst naar het noorden om dan via Inveraray terug af te zakken. Een deel van de rit passeerde langs de erg mooie Trossachs via Loch Lomond, maar vooral het stuk tussen Auchindrain en Tarbert was absoluut adembenemend.
Dat kon van de overtocht niet gezegd worden. De zee was betrekkelijk woelig, het schip deinde flink op en neer. Maar dat kon ons niet deren, want na een dik uur verscheen Islay al aan de horizon. Na een eerste mislukte approach van de ferry in Port Askaig, moest de kapitein het schip laten keren om nog eens te proberen. Zo’n half uurtje tijdsverlies enerzijds, maar anderzijds met een leuke bonus, want zo kregen we een prachtig zicht op Caol Ila, dat twee inhammen noorderlijker van Port Askaig ligt.
Eens ontscheept trapten we onze huurwagen op zijn staart, want we wilden niet al te veel te laat komen op onze eerste (en enige) afspraak: Bowmore Distillery. En hoewel de ontvangst heel hartelijk was en de tour erg informatief, was ik toch een tikkeltje teleurgesteld dat ik geen video-opnamen mocht maken. Ik moest het bijgevolg stellen met enkel foto’s.
Gezien het late uur hadden we ook niet echt de mogelijkheid om lang te blijven plakken in het visitor center, maar we kregen onze drams wel mee in sample flesjes, samen met een uitnodiging om elke dag dat we op Islay verbleven langs te komen naar de bar. Nou, da’s mooi.
Na de toer trokken we er nog even op uit om Bowmore zelf te ontdekken – iets waarvoor een halfuurtje ruimschoots voldoende is. Laten we eerlijk zijn, het is een klein dorpje. De ronde kerk was helaas reeds dicht, maar het haventje lag er wonderschoon bij. Het was wel de ideale plek om wat foto’s van de bekende warehouses te maken met de typische tekst op de kalkwitte muur.
Na onze deugddoende wandeling meldden we ons aan in de Harbour Inn, het hotel (ondertussen in handen van Bowmore) dat onze thuis zou worden voor de komende dagen.
Moe maar voldaan kropen we onder de wol met een hoofd vol mooie herinneringen en nog mooiere plannen voor de komende dagen.
May the Malt be with you!