Niek en Ilse zijn
zeer bedreven in het uitstippelen van stadswandelingen (of uitgebreide reizen, for
that matter
), het zijn echte globetrotters. Dus lieten Sofie en ik ons maar
wat graag door hen leiden doorheen onze ontdekkingstocht van Glasgow. Maar
first things first, natuurlijk. Ontbijt! En daar hoort in Schotland natuurlijk
haggis bij. Breakfast for champions!

Na een eerste korte
stop bij Scotch Whisky Auctions, waar we enkele spullen dropten voor upcoming
auctions,
namen we de taxi naar George Square en de City Chambers. Via
Ingram Street vervolgden we onze weg naar de Provand’s Lordship om dan in
noordelijke richting de prachtige kathedraal en bijhorende Necropolis te
bezoeken, één van Europa’s belangrijkste begraafplaatsen.

Van al dat fraais
krijgt een mens honger. We wilden dan ook de gelegenheid niet links laten
liggen om een lekkere (en echte) burger te eten in het zeer recent geopende
Hard Rock Café op Buchanan Street, in het commerciële hart van de stad. Na onze
hartige lunch deden we ons tegoed aan die leuke HRC collectibles en T-shirts
alvorens onze weg verder te zetten.

Via Trongate
bereikten we de Tolbooth Tower en Mercat Cross, waarna we in de botanische tuin
van het People’s Palace even tot rust konden komen. Struinend door de Winter
Garden zochten we de River Clyde die we dan stroomafwaarts volgden tot we terug
in het hartje van de stad waren.

Wie Glasgow zegt,
zegt pubs. Whiskypubs om precies te zijn. En we wilden de belangrijkste zeker
niet missen. Onze eerste halte (kwestie van te aperitieven) was The Pot Still
in Hope Street, vlakbij het Centraal Station. Klein, maar uiterst gezellig. De
barvrouw moest een ladder gebruiken om onze keuze van het schap te halen.
Terwijl Niek zich een Clynelish 14 Year Old liet welgevallen, probeerde ik de
nieuwe Tomatin Cu Bocan. De dames hielden het bij wijn en fris.

Tegen dat we de pub
verlieten was de stad al in duisternis gehuld. Langs Bath Street kwamen we aan
in de befaamde brasserie The Bon Accord, waar we hadden afgesproken met Schotse
vrienden. Daar nuttigden we een heerlijke 2-gangen menu (steak and kidney pie
gevolgd door een chocolate tart) voor ocharme 6 pond!

Ik maakte ook kennis
met de sympathieke eigenaar Paul, die dacht de Toshan Man de loef af te steken
door de wedden dat hij mij een fles kon voorzetten die ik nog niet had. Hij
kwam op de proppen met de oude 18 Year Old in het dumpy flesje, dat ik niet
alleen dubbel heb in de verzameling, maar bovendien al geschonken had op een
Toshan Tasting. Goedlachs nam de genereuze kerel me mee naar de bar en schonk
me de 32-jarige sherrygerijpte Auchentoshan in uit 1973. Die fles heb ik niet
dubbel (is dus nog dicht) en ik was dus maar wat blij dat hij mij een mooie
dram uitschonk van die fles.

Wanneer rond 21u het
live-bandje begon te spelen, hielden wij het voor bekeken (ze klonken echt niet
goed!) en zakte af naar Argyll Street. Immers, hier is een kleine, maar zeer
goede whiskybar te vinden die naar de naam The Ben Nevis luistert. Vreemd
genoeg staat er echter geen enkele Ben Nevis op het schap. Maar zeker voldoende
andere flessen om uit te kiezen.

Mijn goede vriend
Andrew Nicholson (beter bekend van whiskyblender.com) en zijn hoogzwangere
vrouw Emma (spraakwaterval if ever there was one) stonden er op om ons
te trakteren op een slaapmutsje. Het werden er meerdere.

Het was een mooie
afsluiter van een geweldige dag. Denk ik – ik kan me het laatste deel niet echt
meer herinneren. As it should be.

De volgende ochtend –
onze laatste dag – stond er nog een leuke activiteit op het programma. Maar
daarover meer in de laatste blogpost.

(voor meer foto’s,
bezoek mijn Facebook-pagina!)