Op 13 mei 2019 organiseerde
importeur Cinoco een tribuut aan Fred Laing in het prachtige kasteel Gravenhof
in Dworp. Ik had de eer en het genoegen om uitgenodigd te worden voor het diner
en ik ging er maar wat graag op in. Immers, het zou een fijn weerzien worden
met deze whiskylegende. We spraken elkaar voor het laatst in februari 2014 toen
we hem in Glasgow, in het hoofdkwartier van Douglas Laing, konden interviewen voor ons boek ‘Whisky voor
Iedereen’.

Het verkeer viel mee en dus was ik
wat vroeger dan verwacht, maar geen probleem, want het terras was letterlijk
zonovergoten. En Fred liep er al rond (hij had net een interview afgerond met
Stijn Hiers van Whiskypassion) en nam even de tijd om met de aanwezigen te
keuvelen. Het was een hartelijk weerzien. Sterker nog: hoewel ik stiekem had
gehoopt dat hij me zich nog zou herinneren van gezicht, was ik met stomheid
geslagen dat hij mij met m’n voornaam aansprak. Hij wist donders goed dat ik
bij hem op bezoek was geweest en dat ik die gepassioneerde Auchentoshan
verzamelaar ben. Respect!

Het duurde niet lang voordat de
eerste bekende gezichten toekwamen. We praatten even bij op het terras alvorens
getrakteerd te worden op een heerlijk aperitief: The Epicurean (een Lowland blended malt) met ginger ale. Erg
verfrissend en ideaal bij dit weertje. Een leuke toepassing van deze whisky die
ik niet eerder in het vizier had, maar voor de komende zomer zeker op het menu
zal komen.

Elke aanwezige dropte zijn naam in
een ton en voor we aan tafel zouden gaan, trok de eregast één naam hieruit, die
met een mooie fles huiswaarts kon keren. De gelukkige winnaar was niemand
minder dan Bob Minnekeer, beter bekend als Whiskybuff Bob. Ik vond het best
passend. Het zijn twee whiskylegendes bij elkaar.

En dan werden we gevraagd de
prachtige gelagzaal van het Gravenhof te betreden en plaats te nemen aan tafel.
En hoewel ik het bijzonder vond dat ik uitgenodigd werd door Stephan en zijn
team, was ik ondersteboven van het feit dat ze besloten hadden mij een plaats
te geven aan de eretafel, naast Fred himself! Moh, how, seg, wat een eer!

En ik beken, het was een erg
gezellige babbel die ik met Fred en Dale – zijn sales manager die was
meegereisd – voerde tijdens het uitgebreide diner. Tot driemaal toe verbeterde
Fred me met ‘Fred, please’, toen ik hem maar Mr Laing bleef noemen. Na drie
pogingen gaf hij het op (het feit dat ik lachtte ‘I had planned to call you Sir Laing at first’ hielp ook). Wat een
gentleman. Hij sprak ronduit over Chris Leggat (zijn schoonzoon, die ik al veel
langer ken, van in zijn tijd bij Auchentoshan) en Cara (zijn dochter die
langzaam maar zeker het bestuur van het bedrijf overneemt) en hun kids, alsook
over zijn bedrijf en hoe hij met plezier aan het uitbollen is, maar toch erg
betrokken wil blijven bij het nieuwe project, de Clutha Distillery. Erg
gezellig en leerrijk allemaal!

Fred zou bij het serveren van elke
gang een woordje uitleg geven over de bijpassende whisky die we te proeven
kregen. Maar zoals het Mr Laing past, nam hij ruimschoots de tijd om op geheel
eigen wijze – noem het gerust stand up comedy – de zaal in te palmen met zijn
prachtige verhalen om zo, via een heel aangename omweg, bij de whisky terecht
te komen.

De amuse (die door iedereen als uit
de kluiten gewassen werd ervaren) was een terrine van konijn die vergezeld werd
door de Scallywag 10 Year Old, een
limited edition van de Speyside blended malt, uitgebracht op 4.500 flessen en
gebotteld op 46%. De inhoud is 100% gerijpt op sherryvaten en had een prachtige
neus. Op smaak vond ik hem een tikkeltje te scherp en droog, maar dat kwam wel
mooi uit met de smeuïge paté op ons bord.

Wie de hond op het label wat nader
bekijkt, stelt vast dat deze maar over één tand beschikt. De hond die model
stond, Binks, was Fred’s speelvogel in huis. Scallywag vertaalt zich trouwens
tot ‘vlegel’ of ‘deugniet’. ‘The dog with
the orthodontic issues’
, omschreef Fred hem blijmoedig. De reeks is een
eerbetoon aan zijn geliefde huisdier.

Het voorgerecht van gerookte zalm
ging gepaard met een heerlijke Caol Ila
8 Year Old 2011
Provenance uit
de zogenaamde Coastal Collection (even opletten dat ik de ‘o’ en ‘a’ hier telkens
op de juiste plaats zet…). Het was een ‘match
made in heaven’
, maar dat kon ook gelegen hebben aan de Rock Oyster die we in een kleine
verstuiver kregen om ons gerechtje met te parfumeren.

De jonge Caol Ila kon mij echt bekoren.
Ik hou wel van zo’n jonge Islay krachtpatser. Gebotteld op 48% slaagde hij er
in de zalm te complementeren met zowel zijn assen en teer op smaak, als zijn
stevige zoetje in de afdronk. Ik nam een fles van dit goedje mee naar huis.

Het hoofdgerecht was er eentje om
duimen en vingers bij af te likken. Perfect gebakken rundsvlees met een bruine jus,
vergezeld van gegratineerde aardappelschijfjes en een garnituur van gestoofde
seizoengroentjes. Maar die ging wel gepaard met een kleine opdracht. We kregen
namelijk niet één, maar twee erg verschillende whisky’s en moesten nadien
bepalen welke van de twee we het best bij dit gerecht vonden passen.

Links stond de Rock Oyster Sherry Finish op ons te wachten, rechts trappelde een Glenrothes 17 Year Old 1997 Old Particular
van ongeduld. De eerste was natuurlijk een rokerige eilandwhisky met een
zoetje, terwijl de tweede een zachte, fruitige Speysider betrof. Beiden pasten
ze, zij het wel op een heel andere manier. Ik
legde het Fred als volgt uit: ‘Seems to
me the Glenrothes complements the food, but in case of the Rock Oyster, it’s
the food that complements the whisky’
. Hij
knikte instemmend.

Dan was het tijd voor het dessert
en het was de whisky waar Fred naar eigen zeggen het meest naar uitkeek. Hij is
zelf verzot op oude grain en deze paste perfect in dat plaatje. Voor hem is de Strathclyde 30 Year Old 1987 XOP een
vloeibare versie van een geweldige Dame Blanche. Wij kregen drie artisanale
pralines in de plaats, waar ik helemaal blij mee was. Tja, chocolade… daar mag
je mij voor uit mijn bed halen.

De grain, uit het jaar waarin Star
Wars op het witte doek verscheen, was – ondanks zijn alcoholpercentage van
52.7% – zijdezacht en smeuïg en kon mij helemaal bekoren. Wetende dat je deze
fles voor zo’n 250 EUR kan kopen is dat eentje die op de kerstlijst mag.

Wie dacht dat er dan al koffie zou
geschonken worden en het einde van de avond ingeluid, was er aan voor de
moeite. Fred had immers nog een leuke fles mee, waarvan hij vond dat hij echt
wel moest geproefd worden met een kaasbordje. Alleen viel het bordje wel enorm
groot uit, moet ik bekennen. De chef wist blijkbaar van geen ophouden in zijn
verwennerij.

Of we geen zin hadden om daar de Bowmore 25 Year Old 1989 XOP op 55.1%
naast te zetten? Geeft een koe melk? Afgezien van het feit dat deze fles al
gauw 450 EUR mag kosten, is hij ook gewoonweg subliem. De kaas – hoe heerlijk
ook – werd al snel vergeten en alle focus op de gouden vloeistof in het glas
gericht. Dit was Genieten met hoofdletter G.

Ik wil toch wel even aanstippen dat
ik erg onder de indruk was van de organisatie van de dag (ja, ook ’s middags
was er een sessie) door de ploeg van Cinoco. Stephan en Glenn en de rest van
het team hebben echt een geweldig evenement in elkaar gezet, waarbij ik
iedereen zag genieten – niet in het minst Fred zelve – en mensen vol lof hoorde
spreken over de locatie, de chef, de whisky’s en de belevenis in zijn geheel.
Erg knap gedaan. Alleen jammer dat het hoofdgerecht toch op tijd kwam. Fred had
immers een tapdansje beloofd indien het bord te lang op zich zou laten wachten.
Dat we dat moesten missen… maar goed. Alle gekheid op een stokje: proficiat,
Cinoco!

En terwijl we ons stilaan
klaarmaakten om afscheid te nemen, nam de ondeugende en vrijgevige spirit van
de eregast toch even de bovenhand. Hij had nog een extra verrassing voor ons in
petto. Of misschien moet ik zeggen een Extra Old Particular verassing.

Hij kwam hij op de proppen met een
sublieme Port Ellen 34 Year Old 1982 XOP,
waarvan slechts 219 flessen op 48.5% werden losgelaten op het grote publiek in
november 2016. Een klein OMG-momentje waar ik toch wel even stil van werd (en
niet alleen omwille van de retailprijs van om en bij de 1.500 EUR). Had ik nog
het geluk dat de betere helft van Stephan van mening was dat ze al genoeg op
had en dat deze dram dan parels voor de zwijnen zou zijn. Ik was met veel gusto
het zwijn van dienst.

Tot slot werd de bar/shop geopend,
die gretig aftrek vond en konden de genodigden nog even hun fles laten signeren
door Fred. Ikzelf – ik ben immers de Toshan Man – had er voor geopteerd de
Auchentoshan 21 Year Old uit de Old Particular reeks van thuis mee te nemen. ‘To Mark, ATB, Fred’ schreef Mr Laing,
daarbij naar mij knipogend. ‘All the
best’, it means,
’ voegde hij er aan toe.

Na uitgebreid afscheid te hebben
genomen van Fred en Dale, mijn oprechte dank in duizendvoud uit te drukken
tegenover Stephan en het team van Cinoco, trok ik met een gelukzalige glimlach
terug naar Gentbrugge om me tegen mijn betere helft te leggen.

‘En, hoe was’t?’ mompelde mijn
slaapdronken schoonheid.
‘Geweldig. Onvergetelijk. Sublieme whisky geproefd en leuk kunnen bijpraten met
Mr Laing.’
‘En… weer een fles gekocht?’
‘Slaap, liefste, slaap.’

May the Malt be with you!