In
de exhibitieruimte stonden uiteraard tal van standen die samen meer dan 500
verschillende flessen in de aanbieding hadden. Een groot aantal konden gratis
geproefd worden, de rest was tegen vergoeding, maar ze waren over het algemeen
democratisch geprijsd, wat mij plezier deed.

Richard
Patterson was aanwezig om naast The Dalmore ook Isle of Jura en de blends van
Whyte & Mackay te promoten (en een hilarische masterclass te geven, ook al
viel de whisky wat tegen, liet ik me vertellen). Aan de tafel van Malts of
Scotland kon je terecht voor de geweldige Glengoyne 1972 en Highland Park 1986
Amazing Casks, maar tevens twee nieuwe Angel’s Choice bottelingen (waarvan één
vreemd genoeg Glenalaichie gelabeld werd). Etienne Bouillon vertelde me ronduit
over zijn Caperdonich stills die binnenkort operationeel zullen gaan. Aan de
US-stand ging Amerikaanse new make vooraf aan bourbon- en rye-bottelingen, best
lekker spul allemaal.

Halverwege
de show maakte ik een praatje met Frank McHardy van Springbank, die me prompt
de Longrow 11 Year Old Red (cabernet sauvignon) liet proeven, maar dan werd ik
plots door een man in rode trui aan mijn arm vastgepakt. ‘I recognize you from
the internet. We need to talk!’
Het was
niemand minder dan Andrew Symington, de eigenaar van Signatory en Edradour
disitillery. Hij liet me verstaan mijn tasting notes van Edradour gelezen te
hebben en vroeg zich af of hij mocht proberen mij te ‘bekeren’ met wat ander
spul dat hij meegebracht had. Ik proefde de Ballechin (flink geturfde Edradour)
nummer 6 (bourbon cask matured) en nummer 7 (bordeaux cask matured). De eerste
kon mij bekoren, de tweede absoluut niet. Hij had hier begrip voor.

We
praatten nog even door en kwamen snel tot de vaststelling dat we elkaar best
konden pruimen. Ik sprak hem ook aan over mijn ietwat minder geslaagde bezoek
aan Edradour, maar ook over mijn bewondering voor zijn manier van zakendoen
(met onder andere de bottelaar Signatory). We apprecieerden in elkaar het feit
dat we de zaken zeggen zoals we ze denken. ‘You do not mince words’ besloot hij ‘and I appreciate
that. I hope our future bottlings – and we have many new things coming up –
will be more to your liking.’
We namen afscheid met
de belofte elkaar opnieuw op te zoeken in de toekomst, hetzij in Schotland,
hetzij op een festival. Andy – ja, we spreken elkaar aan met de
voornaam – is een bijzonder sympathieke kerel, die 200% achter zijn product
staat. En dat siert hem. Ik kijk er naar uit hem opnieuw te ontmoeten.

De
echte highlights van dit festival waren voor mij volgende drams, in
willekeurige volgorde.

– Kilchoman Single Sherry Cask for Belgium

– Bunnahabhain 1976/2012 The Whisky Mercenary (48,8%)
(dank u, Jürgen)

– Yamazaki Mizunara Oak

– Bowmore 30 Year Old (dank u, Chris)

– Glengoyne 1972 MoS

– Highland
Park 1986 MoS Amazing Casks

– Auchentoshan 1979 Limited Edition

– Graham’s Port, zowel de 30 Tawny, de 1969 en 1952
single harvest (dank u, Mario)

– Bowmore Maltmen’s Selection

Voorts
nam ik nog een twintigtal samples mee naar huis (onder andere een heleboel oude
whisky van de beruchte Dutch Connection, alsook wat spul van Glen Garioch,
Bowmore, Isle of Jura en links en rechts nog wat new makes) om in rustiger
omstandigheden netjes te kunnen proeven.

We
sloten af met een lekker vettige schotel kebab aan het Leuvense station
alvorens de trein richting Gentbrugge te bestijgen, die ons anderhalf uur later
veilig en wel thuis zou afdroppen. Het was een geweldige ervaring, mede dankzij
de toffe ontmoetingen met oude en nieuwe gezichten, verschillende
sampleruiltjes en uitwisseling van ideeën en meningen. Er gaat niets boven
ouwehoeren met een goede dram erbij. Dit was mijn eerste bezoek aan SITS,
toegegeven, maar het staat met stip genoteerd in mijn agenda voor 2013. No way ga ik dit nog eens missen.
Bedankt aan Mario en crew en tot volgend jaar!