Gisteren was het voor een aantal Whivies weer verzamelen geblazen in Gent voor de Malts of Scotland Tasting, gepresenteerd door Luc Timmermans.

Helaas waren mijn partners-in-crime Niek en Ilse geveld door griep, maar dat neemt niet weg dat ik toch in goed gezelschap was met Luc, Foamy en Rik (en uiteraard zagen we aan de andere tafeltjes nog enkele bekende gezichten). Op onderstaande foto – genomen op het einde van de avond! – zie je Foamy en ondergetekende aka beauty & the beast (aan u om te beslissen).

Niek & Ilse: geen nood – ik heb de samples voor jullie in mijn bezit zoals afgesproken.

Door deze tasting blind te doen kon Luc Timmermans zonder enig probleem aantonen hoe moeilijk dit eigenlijk wel is. Na zo’n kwartier te stoeien met elke dram kregen we enkele vragen op ons afgevuurd:

1) welke score geef je hem?
2) in welke regio zitten we?
3) gokje qua distilleerderij? (ik had er twee juist)
4) ABV?
5) Welk soort vat werd gebruikt voor de rijping?

Ik hoef u niet te vertellen dat we er dikwijls boenk naast zaten, maar het was wel een leerrijke ontdekkingstocht.

Jeroen was wederom de gietslaaf van dienst, maar hij liet zich de dram ook welgevallen, hoor.

De deskundige toelichting van Luc werd zeer gesmaakt. Hij gaf een aantal zeer interessante weetjes over bepaalde bottelingen, leerde ons het verschil kennen tussen een bourbon barrel en een hogshead (en daarmee werd niet alleen de inhoudsmaat bedoeld, natuurlijk), lichtte toe wat teaspooning is en waarom deze werkwijze wordt toegepast en liet sommige van ons kennismaken met FWP, i.e. French whore perfume. Ik ga dat hier nu niet allemaal herhalen, natuurlijk, want die info is nu één maal het voorrecht van zij die de tasting hebben bijgewoond (en ook omdat er nog twee gelijkaardige tastings volgen in Zottegem en Antwerpen en ik het gras niet van voor Luc’s voeten wil maaien).

De line-up van single casks was indrukwekkend en werd bijzonder gesmaakt.

1. Macduff 1984/2009 (Thosop, bourbon cask, 54,9%, 120 bts)
2. Glen Keith 1990/2010 (MoS, bourbon barrel 13678, 52,1%, 232 bts)
3. Glengoyne 1998/2010 (Mos, sherry hogshead 1132, 55,2%, 272 bts)
4. Bowmore 1995/2009 (Mos ‘Clubs’, refill sherry butt 113, 56,7%, 316 bts)
5. Clynelish 1982/2010 (Mos, bourbon hogshead 5895, 51,5%, 263 bts)
6. Port Ellen 1983/2009 (Thosop, bourbon cask 221, 53,5%)

De Macduff was een ‘zwemmer’, wat zoveel betekent als ‘hij kan (veel) water goed verdragen’ en komt dan beter tot zijn recht ipv op vatsterkte. Helaas was, dixit Luc, het kwaad al geschied toen hij de whisky kocht. Hij had hem liever op 46% afgevuld. Voordeel: wij kunnen zelf het water toevoegen, natuurlijk. Weinige proevers hadden deze whisky een leeftijd van 25 jaar toegedicht. Macduff staat bij novices zoals ik vooral bekend om de (minder interessante) Glen Deveron 10 Year Old.

De Glen Keith was voor een aantal, waaronder ondergetekende, de ontdekking van de avond (dit was overigens de eerste die ik juist had!) en kon op heel wat bijval rekenen. In de neus rook ik lichte rook, maar vooral ijsthee, limoen en zandkoekjes. Lekker. Aan het einde van de avond schafte ik mij dan ook een fles aan. U weet dat Glen Keith ondertussen al even dicht is en dat officiële bottelingen naast de 1983 en de 10 Year Old (uit 1994) niet bestaan. Deze is zeker één van de beter Keiths.

De Glengoyne verraste door zijn bijzonder donkere kleur (olorosso sherry!) en heerlijke geur & smaak van crème brulée. Dit durf ik gerust een sherrymonster noemen. We maakten de fout hem veel ouder te schatten dan zijn 12 jaren omwille van de donkere kleur, maar Luc maakte duidelijk dat kleur en leeftijd weinig met elkaar te maken hebben. De spirit krijgt deze kleur al na 48u in het oloroso-vat en zal daarna niet veel donkerder meer worden. Weetje: Glengoyne distilleert iets ten noorden van Glasgow, dus in de Highlands, maar de rijping gebeurt aan de overkant van de straat waar we eigenlijk al in de Lowlands zijn. Hij raadde ons aan bij een eventueel bezoek aan Glasgow voor Glengoyne te kiezen in plaats van Auchentoshan. No can do, Master Timmermans!

Bij de Bowmore liet ik me verleiden te denken dat het een Glen Scotia uit Campbeltown was. Weeral mis. Tja. Rik merkte zeer terecht op dat hij naar ecoline rook. Ken je dat nog uit je schooltijd? Zo’n redelijk olieachtige verfstof waarmee we als kind dikwijls aan de slag gingen. Deze scoorde alleszins zeer goed, maar Luc gaf ook een prachtige historische uiteenzetting met een gouden tip. Als je de legendarische bottelingen van 1993 nog ergens kan vinden, koop hem dan! Die van eind jaren ’70, begin jaren ’80 zijn dan weer te mijden omwille van hun zeepachtige geur.

Als voorlaatste kwam een prachtige Clynelish op tafel (voor de kenners, Clynelish is verwant met Brora, maar dit even terzijde). De invloed van het first fill bourbon hogshead was hier alleszins zeer duidelijk. Aan het einde van de avond kwam hij terecht als winnaar uit de bus, maar een aantal mensen hadden deze liever voor de geturfde Bowmore geproefd om hem beter tot zijn recht te laten komen. Met zijn 28 jaar was dit meteen ook de oudste dram die we voorgeschoteld kregen.

De laatste fles was een mystery dram, maar eigenlijk was het voor de meesten al geweten omdat hij voldoende goed omschreven was in de aankondiging. Niemand was verrast dat dit een Port Ellen was. Deze proefde bijzonder clean en had een lekker gekruide afdronk. Aangezien Port Ellen voornamelijk voor de blends werd geproduceerd, kreeg deze distilleerderij vermoeid hout om haar spirit in te laten rijpen, voornamelijk second fill, maar ook 3, 4 of 5x refill casks van Lagavulin. Dat betekent dat het fantastische spirit moet zijn, als hij zich zonder invloed van het hout zo mooi kon ontwikkelen.

Einduitslag? Na de puntentelling aan het einde van de avond kwam de Clynelish als winnaar uit de bus, met de Bowmore in zijn kielzog op een verdienstelijke tweede plaats en de Port Ellen als derde.

Het was – wederom, maar we hadden niet anders verwacht – een geweldige avond. Ook wil ik iedereen bedanken die zo vriendelijk was lege flessen voor mijn etikettenverzameling mee te brengen (mijn armen doen er nog zeer van) en Luc Timmermans voor zijn deskundige uitleg. Voor mij was het een eerste kennismaken en het blijkt een man met gevoel voor humor te zijn én en Antwaarps accent. Nice: ik koom oek van Antwaarpe, ziede?

Dit is echt wel voor herhaling vatbaar! Dat doe ik dan ook gewoon. Volgende vrijdag ga ik naar de MoS-tasting in Zottegem. Deze keer sleur ik mijn vader en broer mee, kwestie van hen in te wijden in de wondere wereld van de whisky.

Slàinte!