Zeg nooit meer Chris tegen Chris Lauriers. Hij is immers verkozen tot Whisky Ambassadeur van het jaar. Daarom ook dat ik lang getwijfeld heb of ik niet in tuxedo naar zijn verjaardagstasting moest afzakken in ’t Parlement te Halle. Ik keek daar toch maar van af, want dat zit zo ongemakkelijk. Maar ik spreek meneer Lauriers nu wel een jaar lang aan als Zijne Whisky Eminentie.
Omdat Zijne Whisky Eminentie er in het verleden steevast in slaagde enkele onnozele fouten in zijn programmaboekjes te stoppen, besloot hij het dit jaar zonder te doen. Verstandige keuze, maar dat nam niet weg dat we hem nog herhaaldelijk op foute uitspraken konden betrappen. Uiteraard lieten we niet na dat luidkeels te doen, tot groot jolijt van het aanwezige publiek (de usual suspects). Maar Zijne Whisky Eminentie speelde het slim en liet ons vooral het werk doen, want alle whisky’s werden blind geschonken, behoudens het aperitiefje. Dat was een bourbon die in 1973 gebotteld werd.
De Jim Beam Bourbon 1973 Rocky Marciano (43%) kwam in een spuuglelijke, maar leuke decanter die ontworpen was ter ere van deze legendarische boxer. Maar de inhoud had volgens mij al wel wat te lijden gehad van de leeftijd en wat te veel lucht. Hoewel het een klassieke bourbonneus was met maïs, karamel, toffee en nootmuskaat zat er ook een vreemd kantje aan (violetjes, karton). Op smaak was hij te licht naar mijn goesting, hoewel verrassend fruitig. De afdronk was een tikkeltje kruidig. Het was een leuke opener (79/100).
Dan schonk Zijne Whisky Eminentie de eerste malt. De neus was heerlijk fruitig op banaan, appels en citrus, met nog wat tabak en groene thee. Hij had ook een heel klein beetje OBE. Op smaak was het één en al appels en citroenen en flink wat kruiden. Verrassend punchy hoewel hij toch maar op 40% was gebotteld. De finish was kort en krachtig. Na wat over en weer gegok (Zijne Whisky Eminentie trachtte ons te plezieren door te zeggen dat het een ‘Glen’ was – yeah, that narrows it down…) bleek het uiteindelijk een speciale fles Glen Elgin voor de Britse supermarktketen Sainsbury te zijn: Royal Elgin 21 Year Old 1973/1995 for Sainsbury (82/100).
Ook de derde whisky was op drinksterkte gebotteld: 43%. De neus was best aangenaam: amandelen, appels, perzik en violetjes. Maar dan liep het grondig mis. Op smaak waren termen als Sunlight en Dreft niet van de lucht. Bijzonder zepig, waardoor het fruit geen schijn van kans had. De finish was dan nog eens ongenadig lang. Ik verdenk Zijne Whisky Eminentie ervan zijn tastings te gebruiken om zich van zijn slechtste flessen af te maken. Daarom kregen wij deze Edradour 30 Year Old 1973/2003 van Signatory Vintage. Hem hierop aansprekend spartelde Zijne Whisky Eminentie als een vis op het droge en probeerde zich met Auchentoshan-grapjes uit deze benarde situatie te redden. Ik smeet het lege dumply flesje naar Zijn Edele Hoofd. Het was raak (71/100).
Whisky vier was voor mij de revelatie van de avond. Flink wat rozijnen, marsepein, appelsien en chocolade (ik blijf dat een goddelijke combo vinden), nootmuskaat, wat groene kruiden en heide op de neus. Na enkele minuten ruik ik pure kandijsuiker. Op smaakt komt hij krachtig binnen (47,8%) op donker fruit en flink wat woodsmoke. Chocolade en kandij keren mooi weer en de afdronk is warm, lang en kruidig. Deze Dailuaine 31 Year Old 1973/2005 Shieldaig Collection was voor mij de winnaar van de avond. Shieldaig is overigens een label van Ian McLeod Distillers (86/100. De lieftallige waardin van ’t Parlement zette daar voor ons gauw de Dailuaine 7 Year Old 2005 Douglas Laing Single Minded naast. De oude was een first fill oloroso sherryvat, de jonge een bourbonvat, dat één en al boterbollen offreerde. Geweldig dat deze whisky’s zo weinig overeenkomsten delen.
Toen uit de zaal de vraag werd gesteld wat vatsterkte nou precies is, antwoordde Zijne Whisky Eminentie zonder verpinken: ‘Daarmee wordt de sterkte van het vat aangeduid. Hoe dikker de staven van het vat, hoe hoger de vatsterkte.’ Kijk, daar wordt ik nou zo moedeloos van. En dat wordt dan verkozen tot Ambassadeur. Ik hoop dat hij geen hypotheek heeft moeten nemen om die titel te kopen…
Snel werd de vijfde whisky op tafel gezet. Die kwam ook uit een vat met dikke planken, want had een alcoholpercentage van maar liefst 52,8% (gelukkig had Zijne Whisky Eminentie een souffleur in de keuken, want Hij Zelve was al lang de draad kwijt). Op de neus had ik flink wat fruit, maar ook vernis of houtlijm. Opgelet, dat stoorde niet in het minst, hoor! Op smaak was hij best zesty met gesuikerde citrusschillen, woodsmoke en heel wat toetsen van donker en gekonfijt fruit. Hij bleef lekker zesty in de middellange finish. Het bleekt te gaan om geweldige Blair Athol 27 Year Old 1973/2001 Signatory Vintage cask 8566. Ik gaf hem dezelfde score als de Dailuaine (86/100).
De avond begon stilaan op zijn einde te lopen. Zijne Whisky Eminentie toverde zijn tweede dumpy flesje van Signatory tevoorschijn, maar hield het label tegen de kloeke borst verborgen. Opnieuw donker fruit en wat solventen, duidelijke hints van de korst van dubbel gebakken wit brood (ja, echt waar) en cuberdons. Zeer aangename neus. Op smaak kreeg ik pruimen (zowel donkere als gele) en flink wat kruiden (denk gember, peper en wat nootmuskaat). De afdronk was lang en kruidig. Ik vond deze whisky foutloos met een zoete twist. Het ging om een Tullibardine 26 Year Old 1973/2000 Signatory Vintage cask 2401. Het bleek een refill sherryvat te zijn (84/100). Ter vergelijking werd er door de sympathieke waardin de Tullibardine 225 Sauternes naastgezet.
Hoog tijd om aan de laatste whisky van de avond te beginnen. Omwille van het hoge alcoholpercentage werd deze bewaard tot het laatst: 56,0%. Op de neus kreeg ik donker fruit, aardse tonen, nougat, heide, chocolade en een verrassend maar niet storend toefje rubber. Op smaak was hij dan weer zacht op rode appels, opgelegde rozijnen en kruisbessen. Flink gekruid, hoor. De afdronk was bijzonder lang. Ik vond deze een stuk lekkerder (zeker op de neus) na toevoeging van wat water. Het betrof een mooie Glenlivet 21 Year Old 1973/1994 Signatory Vintage, sherry cask 3946 (83/100).
Zijne Whisky Eminentie vroeg de groep via handopsteking een top drie samen te stellen. De Glenlivet kwam als winnaar uit de bus, gevolgd door de Tullibardine en de Blair Athol. Voor mij zag die top er iets anders uit: De Dailuaine en de Blair Athol deelden de eerste plaats, gevolgd door de Tullibardine en dan de Glenlivet.
Het mag gezegd, Zijne Whisky Eminentie slaagt er telkens weer in ons te verrassen. Ik kijk dan ook bijzonder uit naar volgend jaar (vooral omdat Hij liet verstaan geen Edradour 1973 meer op voorraad te hebben – thank the Maker for small mercies).
Aangezien de whisky’s vanavond niet zo denderend waren (niet dat we dat verwacht hadden) besloten we daar zelf voor te zorgen en aan deze eerder saaie tasting nog een kleine afterparty te koppelen. Het begon met een fantastische Caperdonich 24 Year Old 1968/1992 Gordon & Macphail Connoisseurs Choice op 40% (bedankt, Bart!) en een Macallan 1968 Signatory Vintage (dankjewel Eric) – helaas vergat ik van de laatste fles de details te noteren (misschien proefde ik hem dus al eerder).
Moe maar meer dan voldaan plofte ik rond middernacht naast Dearly Beloved in bed met een boekje vol notities en geen enkele fout. Zo kan het dus ook, Mr Zijne Whisky Eminentie.
May the Malt be with you!
PS. Alle gekheid op een stokje – voor de lezer van dit blog die mij (of Zijne whisky Eminentie) niet goed kent: bovenstaande is ludiek bedoeld. Chris en ik zijn goede vrienden en Chris is wel degelijk een groot whiskykenner en een allround sympathieke kerel!