Ik beken, ik ben geen bierdrinker. Sommigen zullen dat misschien vreemd vinden, maar het is niet anders. Ik durf echter wel al eens te proeven van een degustatiebier. Dat is toch van een heel ander kaliber. Denken we maar aan de tasting die ik enkele weken geleden ‘overleefde’ in het hoofdkwartier van The Bonding Dram.
Mijn goede vriend Marc had het verslag gelezen, is zelf geen onvervaard bierproever en vond de tijd rijp om mij enkele whiskybieren te laten proeven (de uitnodiging dateerde overigens al van oktober vorig jaar, maar een geschikte datum prikken was niet makkelijk – bedankt voor je geduld, Marc!) Tja, op zo’n uitnodiging ga ik graag in. En dus zakte ik, met Dearly Beloved als co-piloot (en piloot op de terugweg) af naar Grimbergen voor een namiddagje whiskybieren met Marc & Mark.
We staken van wal met twee Imperial Stouts – genaamd ‘Paradox’ – zo donker als motorolie met amper een kraag, van de Schotse ‘Rock & Roll-brouwerij’ Brew Dog. De eerste was gerijpt op vaten van de Isle of Arran distilleerderij en offreerde op de neus flink wat karamel en chocolade, terwijl hij op smaak droog fruit met een verrassend zilt randje gaf. De finish leunde dicht aan bij pure kandijsiroop, zoals je die op je pannenkoeken smeert.
De tweede kwam uit dezelfde stal (gebotteld op hetzelfde percentage van 15%), maar was gerijpt op vaten van de Isle of Jura distilleerderij. Hoewel de neus gesloten bleef en dus minder zoet, maar eerder aards rook (turf, maar ook koude koffie), vond ik deze op smaak wel het lekkerst. Hij was olieachtig op peperkoek met een licht bittertje in de afdronk.
Wist je trouwens dat die kleine bierproefglaasjes galopin worden genoemd? Ik wist dat ook niet, dus geen zorgen. Tijd om toch even het palate wat rust te gunnen door een lichter biertje te proeven en een hapje te eten. Dat lichter biertje vertaalde zich in een Belgian blond ale op 12% van de brouwerij Hof Van Dormaal. Hun Brew No 8 rijpte op barrels van Port Charlotte, wat je op de zoete, frisse neus met geel fruit (abrikozen en citrus) niet meteen zou zeggen. Maar als je hem aan de lippen zet wordt het wel zeer duidelijk. Het fruit is nog te proeven, maar wordt toch overstemd door natte aarde, plasticine en vingerverf. Gelukkig blijft dit ‘pintje’ fris genoeg om toch aangenaam te zijn.
Van de Nederlandse brouwerij De Molen had ik al een paar dingen geproefd, waaronder deze Rasputin (11,4%), die rijpte op Buffalo Trace vaten. Ik vond hem betrekkelijk umami op de neus, een tikkeltje vlezig als van een BBQ met een zoete twist. Op smaak gaf hij een licht zuurtje en bleef hij fris. Het is dan ook geen Imperial Stout, maar eerder stout-ish. In de middellange afdronk keert vooral het zoetje weer.
Van dezelfde brouwerij kwam een Hel & Verdoemenis op tafel, deze keer gerijpt op vaten van Bunnahabhain (11%). Hoewel de neus gesloten was, kreeg ik vooral houtskool, sigaar en turf, op smaak vertaalde zich dat naar koffiegruis, origine chocolade en aarde. Op de lange afdronk kreeg ik woodsmoke, geroosterde koffiebonen en een tikkeltje drop. Het was mijn favoriet van de proeverij.
In Baarle-Hertog, op de grens met de noorderburen, vind je de brouwerij De Dochter van de Korenaar, die zich ook specialiseert in degustatiebieren. Of wat te denken van hun Embrasse, een Belgische ale op 9%. Zoet op donker fruit met een new make element dat me echt aanstaat, maar ook een tikkeltje turf. Op smaak is hij zoet en licht stroperig met een nog streepje eik en wat zoethout in de korte afdronk. Aanrader!
Voor het laatste biertje dacht mijn disgenoot me in de maling te nemen, maar dat was buiten de Toshan Man gerekend. Hij serveerde namelijk de Fraoch Heather Ale Vintage Cask Collaboration 22, waarvan u hier de tasting notes kan vinden. Dit biertje rijpte na op ex-sherry casks van de Auchentoshan distilleerderij en is dus spek voor mijn bek. Niet zo makkelijk te krijgen, hoewel Marc zich sterk maakt dat hij een adresje weet. Het zou mij dan ook zeer plezieren mocht hij me 6 of 12 flessen kunnen bezorgen (go, Marc, go!).
Ondertussen was mijn palate wel flink verzadigd (en mijn zicht niet meer 20-20), maar mijn gastheer wilde me toch nog een drammetje presenteren. Nou, als het whisky is, dan kan ik niet weigeren. Het eerste glas offreerde een neus vol wit, geel en steenfruit, noten en nougat. Op smaak keert dat fruit terug, met een ondertoontje van turf wat eindigde in een lange, gepeperde afdronk. Het bleek om een blend te gaan die Marc zelf had samengesteld op Whiskyblender.com (van mijn goede vriend Andrew Nicholson, waar ik vorige maand nog mee in de lappenmand hing in Glasgow). Marc doopte zijn creatie Mad Men’s Delight, een knipoog naar de gelijknamige tv-reeks. Ik vond het blendje meer dan behoorlijk, hoor. Knap gedaan!
Nog eentje op het af te leren. En hoewel ik deze ook al geproefd had (tasting notes volgen binnenkort), herkende ik hem deze keer niet. Hoe kan het ook anders na al dit lekkere geweld. Laat ik kort maar krachtig zeggen dat het een zoete maar krachtige Auchentoshan 11 Year Old 2001 Hepburn’s Choice betrof die mij echt kan bekoren. Ik zal hierover uitgebreid rapporteren bij een volgende gelegenheid.
En zo sloten we deze zeer leuke whiskybierenproeverij af in schoonheid. Mijn dank gaat uiteraard uit naar Marc die me kennis liet maken met enkele heerlijke bieren en Pascale voor de leuke hapjes alsook het goede gezelschap (mijn vrouw heeft genoten van jullie babbel).
Maar ik dank ook mijn wederhelft die me veilig terug naar huis bracht (van de rit herinner ik me vaag dat ik wakker werd voor de deur, naar binnen strompelde en op de zetel mijn dutje verder zette). Meer moet dat niet zijn!
May the Malt be with you!