Onze vrienden van Maltlovers hebben onlangs deelgenomen aan de Springbank Whisky School. Hun verhaal is geweldig en daarom zijn we blij dat Jeroen Van Dijck ons toestemming verleende om zijn verhaal hieronder uit de doeken te doen. Het is immers een unieke belevenis die we u niet wilden onthouden. Bedankt, Jeroen, om je avonturen met ons te delen.

Terug naar school

De Springbank Whisky School is een 5-daagse cursus waarin je alle stappen van het productieproces van single malt whisky doorloopt. Van mouten tot bottelen: alle stappen worden bij Springbank op de distilleerderij zelf uitgevoerd. Bovendien maken ze drie verschillende single malts in het verre Campbeltown: ongeturfde Hazelburn, lichte geturfde Sprinbank en flink geturfde Longrow. Tijdens deze vijfdaagse zouden 6 studenten de knepen van het vak leren: Sergio uit Spanje, Adolf uit Duitsland, Morten uit Denemarken, Cameron uit de States en twee Belgen, Ben en Jeroen. Ze verblijven in het Feorlin Guesthouse bij Angela en Callum, op twee minuten wandelen van de distilleerderij.

Niet voor broekventjes

Dat wordt op de eerste dag al duidelijk. Na een korte veiligheidsronde door levende legende Frank McHardy, moeten we meteen aan de slag. Zo’n 6 ton gerst moet door middel van shiels en kruiwagens op de moutvloer uitgespreid worden, om nadien in een gat in de vloer te verdwijnen om via transportband naar de kiln getransporteerd te worden om te drogen. Wij stadsjongens voelen het na 1,5u hard labeur als flink in onze ruggen en armen. En wij dachten dat we hier op vakantie waren!

Na de thee worden we in duo’s opgedeeld. Ben en ik moeten de berg mout in de kiln mooi uitspreiden. Weinig licht en redelijk heet en nog meer met de schup aan de slag. Daarna mogen we verkassen naar het warehouse. Er is namelijk een batch van 28 lekkende vaten gevonden, die allemaal moeten verwijderd worden uit het warehouse. Dat klinkt makkelijker dan het is, want ze zitten verspreid over het warehouse, tussen de andere vaten, soms drie hoog. De grote moeilijkheid is de andere vaten nadien terug op hun plaats te krijgen met de bung hole naar boven. De vaste crew lukt het steevast, maar voor mij is het een hogere vorm van magie, want ik slaag er nooit in.

Bijles

Alle studenten zijn bekaf op hun eerste avond en de meesten kruipen meteen onder de wol. De Belgen besluiten nog een stapje in de wereld te gaan zetten en passeren terug langs de distilleerderij waar de nachtploeg al aan de slag is. Het wordt een weeklange traditie. We mogen nog even een handje toesteken bij het mashen en krijgen tekst en uitleg. Voordat we het goed beseffen draait elk bezoek uit op een goede 45 minuten bijles. Daarna zakken we af naar het Ardshiel Hotel, waar we nog enkele drams nuttigen.

Marketing is slecht

De volgende dag is het opnieuw hard labeur. Zo’n 13.000 liter spirit moet afgevuld worden in iets meer dan 60 vaten, alvorens deze te slapen gelegd kunnen worden voor hun rijping van 10 jaar of meer. Volle vaten rollen is opnieuw een heuse klus. Ondanks de bescheiden temperatuur werken we al snel in T-shirt. Daarna mogen we nog een uurtje meehelpen in de bottelarij, waar we voor Cadenhead meehelpen met het afvullen van flesjes Caperdonich 1977. Daarna komt de eerste echt les, gegeven door niemand minder dan Frank McHardy.

We krijgen allemaal de kans om heel wat vragen te stellen over de werking van een distilleerderij en Frank gaat hier gretig op in. En hoewel hij het proces van zijn magische mantel ontdoet (hoewel de marketingjongens de doelgroep hiervan maar al te graag trachten te doordringen), laat hij duidelijk verstaan dat de stillman en maltman wel degelijk alles stap voor stap perfect uitvoeren tot in het laatste details en niets het aan toeval overlaten. Enkel zo kunnen zij hun beoogde product maken.

Een moeilijke dag (en nacht)

De vierde dag zou de moeilijkste blijken. Na het uitspreiden van zes ton mout uit de steeping bins op de moutvloer, mochten een deel van de moutvloer geledigd worden in de kiln. Daarna bottelden we een Highland Park 25 Year Old voor Cadenhead. In de namiddag nam Frank ons mee op stap doorheen Campbeltown, waarbij we de oude gebouwen van de distilleerderij bezochten, alsook Glen Scotia en Glengyle Distillery – Frank’s eigen geesteskind. Hij is bijzonder trots op deze in 2004 heropende distilleerderij. Ze is maar een paar maanden per jaar operationeel. In 2014 verschijnt de langverwachte eerste release van Kilkerran 10 Year Old, iets om naar uit te kijken. We eindigen met een privé-tasting in het warehouse waar we meteen naar de betere vaten worden geleid. We proeven er maar liefst acht, op vatsterkte natuurlijk, en gaan met een grote glimlach weer naar huis. Aangezien het tevens onze laatste avond in Campbeltown is zakken we af naar de Feathers Inn, waar een live-bandje speelt. Luid gezang, gek gedans, veel bier en whisky, kortom een geweldige afsluiter van de week.

Vrijdag leggen we ons examen af. Iedereen slaagt met onderscheiding. Dit wordt gevolgd door een lunch met de directie van de distilleerderij, waarna we onze diploma’s in ontvangst mogen nemen, samen met een gepersonaliseerde fles Springbank. Ben en ik hadden zelf nog een leeg vat op de kop getikt dat een bier brouwende vriend thuis wil gebruiken om zijn brouwsel op te laten rijpen.

Helden

Met het lege vat op de achterbank, een 25-tal flessen en een zak vol vuile kleren in de koffer, verlaten we Campbeltown. Wat een avontuur. Dit vergeten we nooit. We hebben onze helden in levende lijve mogen ontmoeten, zij aan zij met hen mogen werken en kunnen daardoor het eindproduct des te meer begrijpen en appreciëren. Het is het resultaat van hard werken door goeie mensen, die hun werk met veel toewijding en trots uitvoeren. Elke keer dat we een Springbank aan de lippen zetten, zullen we aan hen terugdenken, zo ver weg in Kintyre. En de whisky zal hierdoor des te beter smaken.

Jeroen Van Dyck (vergezeld van goede vriend Ben Floren)