Het
weekend van 10 en 11 november was Sportoase in Leuven al voor de zesde keer het
decor voor Spirits in the Sky, een ondertussen gerenommeerd festival van het
distillaat (uiteraard voornamelijk whisky). Ondergetekende kon zich enkel
zondag vrijmaken, maar heeft het zich allerminst beklaagd.
Met
de trein vanuit Gentbrugge stond ik op anderhalf uur in hartje Leuven. Ik moest
vroeg op pad, want had een uitnodiging om deel te nemen aan een experiment van
organisator Mario Groteklaes. Hij wilde een heleboel enthusiaste proevers, al
of niet professioneel, schrijvers en bloggers incluis, 6 whisky’s blind laten
proeven en incognito scoren. Bedoeling was om eens te kijken hoe dicht (of net
niet) smaakprofielen bij elkaar liggen. En of het wel zin heeft om te scoren
überhaupt, zeker bij een blinde tasting.
Welnu,
het was geen gemakkelijke opdracht. We proefden achtereenvolgens hetvolgende
(ik heb mijn score er bij gezet, alsook de gemiddelde score van de iets meer
dan twintig deelnemers).
–
Glenlivet 14 Year Old
1995/2010 Signatory UCF : 82, gemiddeld 79
–
Fettercairn 14 Year
Old 1997 cask #7753 Distillery Exclusive : 84, gemiddeld 79
–
Springbank 1996 cask
#499 for Single Malt Academy of Dalecarlia: 82, gemiddeld 83
–
Glenmorangie Missouri Oak : 86, gemiddeld
86
–
Redbreast 15 Year Old
1st batch : 90, gemiddeld 87
–
Kilchoman single
sherry cask : 86, gemiddeld 80
Ik
kan hier drie conclusies uit afleiden. Ten eerste lagen de scores voor sommige
whisky’s enorm uit elkaar, met als uitschieter de geturfde Kilchoman. De
hoogste score was hier 91. Maar er was ook iemand die hem slechts 40
toebedeelde, wat mij een vreemde (zeg maar foute) score lijkt voor een foutloze
whisky, of je nu van turf houd of niet. Scoren is en blijft een weinig
betrouwbare manier om whisky’s te vergelijken, want het is bijzonder
individueel.
Ten
tweede scoorde ik de whisky’s stuk voor stuk hoger dan het gemiddelde van de
groep, met uitzondering van de Glenmorangie. De verschillen waren klein tot
gemiddeld (5 punten verschil op de Fettercairn is al aanzienlijk). Blijkbaar
zijn de meest proevers dan toch redelijk eensgezind wat bepaalde whiskyprofielen
betreft. Kijk maar naar de scores van de Springbank, Glenmorangie en Redbreast.
De punten lagen daar allemaal dicht bij elkaar. Het blijft dus belangrijk het
smaakprofiel van de proever te kennen, alvorens enige waarde aan diens scores
te plakken.
Ten
derde is het zeer duidelijk dat je bij groepsproeven altijd leuke dingen
beleefd. Niet alleen de half weggemoffelde nervositeit van ‘ga ik niet teveel
of net te weinig punten geven?’, maar ook ‘waarom kan ik nou niet de distilleerderij
herkennen?’, die sommige proevers parten speelt, maar vooral ook de lachsalvo’s
wanneer ze met elkaar de draak steken. Heel grappig was het einde van de
tasting, waarbij de proevers een korte militaire parade imiteerden ten voordele
van Mario. Een primeur, me dunkt. Hij kon er – goedlachs en ruim van hart als
hij is – hartelijk om lachen.
Om
ons te bedanken voor de deelname aan deze blinde tasting werden we getrakteerd
op een heuse porto-proeverij van Graham’s. En was me dat een aangename verrassing!
We
kregen maar liefst 8 porto’s voorgeschoteld met een deskundige uitleg:
– Graham’s Extra
Dry White
Port
– Graham’s Fine
White Port
– Graham’s The Six Grapes
– Graham’s The Tawny
– Graham’s 10 Year Old Tawny Port
– Graham’s 30 Year Old Tawny Port
– Graham’s 1969 Single Harvest
Tawny Port
– Graham’s 1952 Single Harvest
Tawny Port
(to commemorate the Diamond Jubilee of QEII)
Ze
waren stuk voor stuk excellent – én betaalbaar! De Six Grapes kon mij zeer
bekoren en kan de vergelijking met supermarkt porto’s moeiteloos doorstaan.
Toch kost deze fles maar 16 EUR! De 60-jarige porto, speciaal gebotteld voor
het Diamond Jubilee van Queen Elizabeth, kost ‘slechts’ 275 EUR voor een fles.
In vergelijking met whisky kan dat wel tellen.
Tijd
om van drank te veranderen? Voor de portefeuille zou het alvast een goede zaak
zijn.
Beste Marc,40 punten voor de Kilchoman was idd wel heel laag. Maar ik ben het niet eens dat het een foutloze whisky is; integendeel! De turf zelf was heel ‘plattekes’ van kwaliteit, en de sherry was ronduit slecht te noemen.Ik denk dat het niet zozeer ging over ‘niet van turf houden’; maar dat het net door de omnipresente turf was, dat het misschien niet eenvoudig was om verder te kijken (dan wel proeven) dan de turf zelf, om idd vast te stellen dat deze whisky serieus uit balans was. Waarbij het dan een geluk was dat de turf (alhoewel zelf verre van subliem) de imho ronduit slechte sherry camoufleerde. Idem geldt voor de eerste whisky. Voor mij onbegrijpelijk dat deze soms meer dan 80 punten haalde. Een allesbehalve foutloze dram, want hij was namelijk serieus gekurkt.Enfin, voor mij enkel een bevestiging wat ik al lang denk en zeg over het ‘scoren’ van whisky 😉