Op
donderdag 2 februari verzamelden enkele whiskyliefhebbers op uitnodiging van
Tom Woodall (van de Black Sheep Whisky Club Kalken) in het Wijnatelier. Op de eerste verdieping van
deze mooie wijnhandel (hij heeft ook enkele andere distillaten, waaronder – hoe
kan het ook anders – whisky) tref je een prachtige zaal die uitstekend kan
dienen voor zulke presentaties. We zaten dus niet in de aap gelogeerd, zoveel
is duidelijk.
Iets
meer dan twintig gegadigden daagden op om Distillery Manager Duncan McGillivray
de kleuren (en smaken!) van Bruichladdich te horen verdedigen. En dat deed hij
met verve. Zijn presentatie bestond, naast heerlijke whisky, uit een reeds
foto’s van deze Islay distilleerderij, waaronder enkele uit de oude doos. Zo
kon Duncan, in zijn sappige Schotse accent, de geschiedenis van Laddie
schetsen. Afgezien van een aantal luidruchtige types in het publiek (sorry,
folks, maar respect voor de spreker is echt geen overbodige luxe), hing het
publiek aan zijn lippen.
De
proeverij zelve dan. Wel, er zaten al een paar whisky’s bij die ik reeds had
geproefd, maar eveneens enkele pareltjes die ik niet eerdere aan de lippen
mocht zetten. Een kort overzicht.
Bruichladdich 10 Year Old ‘The
Laddie Ten’, 46%
De
eerste echte Laddie sinds de nieuwe eigenaars aan de slag gingen en het begin
van een nieuwe periode. Duncan liet tevens verstaan dat dit ook het begin zou
worden om de range stevig in te krimpen, nu ze voldoende stock opgebouwd hebben
om een core-range uit te brengen. De neus was één en al vanille, bijzonder
zachte stalgeuren en volledig verstoken van turf. Op smaak stelde hij een mooie
kruidigheid tentoon, die tot in de zachte, middellange finish doorgetrokken
wordt. Goed om mee te starten, vond ik.
Bruichladdich Islay Barley 2004,
50%
Islay
leent zich niet echt tot het verbouwen van gerst, maar deze werd toch gestookt
van een lokaal gewas, Chalice, en gebotteld na 5 jaar op bourbonvaten. De neus
is bijzonder granig en heeft zeker wat tijd nodig. Na enkele minuten kreeg ik
appelmoes, ananas, ontbijtkoeken en witte chocolade. Op smaakt kwamen er wat
pepers door, samen met heel wat vanille. De finish is heerlijk lang op kruiden
en wit fruit. In eerste instantie vond ik hem niet zo uitnodigend, maar in de
loop van de avond kwam hij mooi tot ontplooiing. Voor mij eindigt hij vanavond
op nummer drie.
Bruichladdich 17 Year Old Rum
Cask, 46%
Dit
is voor mij een oude bekende. Ik heb lang een fles in mijn cabinet gehad
(waarvoor dank, Imanuel), van deze op bourbonvat gerijpte Laddie, die een
finish kreeg van 30 maanden op Caribische rumvaten. Vanille, zoet fruit (peer
en ananas) op de neus, suikerstok op smaak en een middellange afdronk op
zoethout.
Bruichladdich 5 Year Old Murray McDavid for The
Nectar, 50%
Deze
botteling is een specialleke, in die zin dat het een vatting is die Jim McEwan
speciaal samenstelde om de 5e verjaardag van The Nectar te vieren.
Hij bestaat voor 85% uit bourbon- en 15% olorosogerijpte whisky, die een finish
kreeg van 1 maand op zoete Chateau D’Yquen wijnvaten. Hij heeft werkelijk een
geweldige neus van mout, druiven, sultanas, heide, stalgeur, karamel en even
word ik zelfs aan (blasfemie!) cola herinnerd. Op smaak komt er wat mooie zoete
turf door, gedroogd gras en wat bijkomende herbale smaken. Lekker kruidig en
romig. De lange afdronk is warm en zoet, met een zilte ondertoon. Voor mij de
nummer twee van de avond.
Bruichladdich 18 Year Old 1992
Calvados, 46%
Ook
deze werd voor The Nectar gebotteld en barst op de neus van de vanille, kokos,
munt, druiven, appels en peren. Zeer uitnodigend. Op smaak krijg ik zachte
turf, zoethout en wat kruiden. De afdronk ik kort en zoet. Hij begon
spectaculair, maar valt dan wat uit elkaar, naar mijn mening. Daardoor eindigt
hij op de vierde plaats.
Bruichladdich 32 Year Old 1977 MCMLXXVII,
47,4%
Hmm,
dit is een redelijk onbetaalbaar collectors item. Immers, voor minder dan 250
EUR zet je hem niet in je cabinet (vanavond werd een ietwat hogere prijs
gevraagd, wat me wat tegenviel, maar ja – de wet van vraag en aanbod, hé?). 32
jaar lang rijpte deze Bruichladdich op bourbonvaten en nog steeds geniet hij
van een stevige body. Op de neus rozijnen en lichte noten (cashew), anijs,
munt, kruisbes en mokka. Een ronduit schitterende, olieachtige neus waar ik
geen genoeg van kan krijgen. Op smaak spreekt het eik veel luider met een
stevige portie kruiden en noten, maar van houterigheid absoluut geen sprake.
Hij is zijdezacht met zacht fruit à la meloen en perzik. Goddelijke whisky. De
afdronk, hoewel niet zo lang als ik zou wensen, op munt en eik, maakt je mond
weer helemaal droog. De absolute nummer één van vanavond, maar hij is dan ook
niet te vergelijken met de rest van de line-up, natuurlijk.
Na
afloop werden de flesrestjes per opbod verkocht, wat steeds voor de nodige
hilariteit zorgt. Duncan signeerde ze met veel plezier. Ik kon nog kort een
praatje maken met de goedlachse Ileach en nam – voor het albummeke – een foto
met ‘m, alvorens moe maar meer dan voldaan de terugrit naar Gentbrugge aan te
vatten. Minder dan een half uur later lag ik in dromenland met Dearly Beloved in mijn armen en Laddie
MCMLXXVII in mijn mind’s eye.
May the Malt be with you.