Het was al voor de
elfde keer dat Zijne Hoogheid Chris Lauriers – bekend van de Maltclan, notoir
Bunnahabhain liefhebber en onverbeterbaar goedlachse vriend – zijn
verjaardagstasting organiseerde. Hij laat de gelukkige aanwezigen dan telkens
genieten van flessen uit zijn geboortejaar, iets wat je toch niet zo vaak mee
tegenkomt.
Plaats van het
gebeuren was het onvolprezen (nou, ja) ’t Parlement, een oergezellig whisky- en
bierparadijs in hartje Halle, waar we traditiegetrouw erg warm worden onthaald
door Mina en Frank.
Al even
traditiegetrouw had Chris geen boekje voorbereid (de grappen over zijn
typfoutjes zijn blijkbaar nog steeds niet verteerd) en werden de flessen blind
geproefd.
We begonnen niet met
een whisky, maar met een Calvados – én wat voor één! Comte Louis de Lauriston, een 35-jaar lang gerijpte om 42%, was
meteen een schot in de roos. Mierzoet met een flinke bite, maar een zachte
afdronk.
Dan werden de debatten
geopend met een Miltonduff 23 Year Old
1973 Hart Brothers. Ik moet bekennen, hij kon me niet erg bekoren. Het
begon redelijk braaf, maar zeker niet slecht, maar ging snel bergaf. Fris en
zoet met een beetje paardenbloemen op de neus, ditto op smaak met een korte
afdronk. Maar na een kwartiertje keerde ik even naar het glas terug. Dat was
een big mistake. De dram was echt
onfris geworden en rook naar vaaswater.
Maar niet getreurd,
de tweede whisky werd al geschonken en die had een prachtige bronzen kleur. Donkerzoet
op de neus met wat marsepein, een licht bittertje met donker fruit op smaak en
een middellange afdronk waarin op het sterfbed wat hout doorschemert. Groot was
mijn verbazing toen Chris plots de fles boven haalde. Het ging namelijk over de
Auchentoshan 21 Year Old 1972, een
botteling uit begin jaren ’90 van de vorige eeuw. Het was een versie die ik nog
niet geproefd had, maar hij was echt onherkenbaar (en ik was niet de enige die
die mening was toegedaan – gelukkig). Maar naarmate hij ademde werd hij echt
nog beter en na een kwartier was het een heuse sherrybom in mijn glas.
De derde whisky, die
eveneens een mooi kleurtje had, geurde van meet af aan heerlijk. Ananas, kiwi, kweepeer, vijgen en perensiroop op de neus,
snoeperig zoet op smaak met wat munt en dan een heerlijk lange afdronk. Goh, die
Glenfarclas 25 Year Old 1973 was een
toppertje. Hij duikelde onmiddellijk
mijn top drie in.
Whisky vier was een
bleke jongen, maar wel erg fruitig op mandarijn met wat noten en varens, wat
mooi verder werd gezet op smaak en eindigde in een middellange maar erg zoete
afdronk. Ik vond hem echt lekker en toegankelijk en het alcoholpercentage was
van die aard dat hij vlotjes naar binnen ging. Het bleek te gaan om de Tullibardine 32 Year Old 1973. Yup, die
gaat ook de top drie in.
De vijfde en
voorlaatste whisky was een echte smaakbom. Bitterzoet op citrus, maar tevens
herbaal op planten en arendsvaren met een ietwat umami palet met wat munt en
grapefruit en een bijzonder lange afdronk met een bittertje. Maar het alcoholpercentage maakte hem wel
iets minder toegankelijk dan ik had gehoopt. En er wat water bij doen bracht
geen soelaas. Hij werd een pak minder aromatisch. Desalniettemin een dijk van
een whisky, hoor. Het bleek te gaan om de Glenlivet
23 Year Old 1973 Scott’s Selection. Erg bijzonder.
Tot slot nog een
single cask botteling op vatsterkte die erg in de smaak viel. Beginnend op wat
houtlijm evolueerde de neus gauw naar donker fruit zoals rozijnen en vijgen met
daarna wat chocolade; op smaak was het één en al donkerzoet op bessen, pruimen
en iets van sinaasappelschillen terwijl de afdronk lang en kruidig was met wat
hout op het sterfbed. De Glen Moray 36
Year Old 1973 Duncan Taylor bracht de zaal min of meer in vervoering.
Chris liet ons door
middel van handopsteking een top drie samenstellen en ik moet zeggen dat mijn
persoonlijke top drie (tussen haakjes) flink afweek van die van de groep.
1. Glen Moray (Glenfarclas)
2. Glenfarclas (Auchentoshan)
3. Glenlivet (Tullibardine)
Kent u de uitdrukking
‘het venijn zit in de staart’? Dat was hier zeker het geval. Chris haalde namelijk
nog een heel speciale fles boven (er bestaat er maar één) van een vat
Springbank, ter plekke afgevuld. Het first fill sherryvat, dat ligt te rijpen
in warehouse 15, werd te slapen gelegd op 27 januari 2006. De inhoud van de
fles is dus 11 jaar oud en heeft een ABV van 59,7% ABV. Het was een stinkertje
en op smaak veel vuiler dan ik van Springbank gewend ben. Ik beken, ik heb hem
zelfs niet helemaal uitgedronken. Maar wat een unieke belevenis, deze Springbank 11 Year Old 2006 Cask Sample.
En dat is een mooie
samenvatting van heel deze verjaardagstasting, eigenlijk. Iedere keer opnieuw
proef je zaken die je niet eerder tegen kwam en wellicht nooit meer tegen komt,
in een bijzonder gezellige en goedlachse sfeer. En dat is de essentie van samen
genieten van een goed glas.
Bedankt, Chris, dat
ik er wederom bij mocht zijn. Ik neem je flauwe Auchentoshan grapjes er met
plezier bij (en beraam stiekem mijn zoete wraak).
Zet me maar al op de
lijst voor volgend jaar!
May the Malt be with you!