We zien elkaar niet zo vaak, maar als we elkaar zien: we make it count. Op zaterdag 13 augustus waren Dearly Beloved en ik te gast bij whisky- en wijnliefhebber Marc en zijn betere helft Pascale. Hij wilde me kennis laten maken met een aantal trappistenbieren. Ik heb daar niet zo heel veel ervaring mee, dus was ik niet alleen benieuwd maar ook met een flinke dorst afgezakt naar Grimbergen.

Terwijl Pascale zich ontfermde over mijn vrouw en kind, schonk Marc de eerste trappist uit. Uiteraard schonin een galopin, een typisch klein bierproefglas. We gingen verschillende trappisten proeven, dus was het verstandig ze te delen. Hij zette ook een bordje kaas voor ons klaar. Het was de Chimay à la Rouge, een halfharde kaas waarvan de korst werd gedrenkt in het gelijknamige Belgische bier en een ideale partner bleek voor onze biertjes.

Nivard is een blonde trappist van de Oostenrijke abdij Stift Engelszell. Het heeft een ABV van 5,5% en werd een tijdlang enkel verkocht aan de poorten van de abdij. Maar ter ere van pater Nivard, die in september 2014 overleed, werd het bier gelanceerd voor het grote publiek. Het was een zeer verfrissende start van de namiddag.

Ik had er stiekem op gehoopt dat Marc deze (enige!) Amerikaanse trappist op het programma zou zetten. De Spencer Brewery is verbonden aan de St Joseph’s Abbey in Spencer, Massachusetts. Ze brouwen ondertussen een 5-tal verschillende trappisten, maar hun traditionele patersbier Spencer (een zogenaamde Belgian Pale Ale), met een ABV van 6,5% is ook bij ons verkrijgbaar. Goudkleurig met een volle body en enkele fruitjes, licht drogende en bittere afdronk. OK, toegegeven, ik was er niet helemaal kapot van, maar toch zeer blij deze eerste Amerikaanse trappist te hebben kunnen proeven.

Ook Italië heeft zijn eerste trappist gelanceerd met de Tre Fontane, uit de gelijknamige abdij in Rome. De paters produceren ook olijfolie, honing, chocolade en likeur, maar begin 2015 dienden ze een aanvraag in voor toekkenning van het trappistelabel. In mei 2015 werd het bier herkend als dusdanig en werd op die manier het 11e bier dat zichzelf trappist mag noemen. Het heeft een alcoholpercentage van 8,5% en is toch erg mild. Blijkbaar wordt deze gebrouwen met eucalyptuskruid, wat hem zijn zoete, milde afdronk geeft. De Tre Fontane was voor mij het lekkerste bier uit de geproefde reeks.

Dan keerden we terug naar de Oostenrijkse abdij voor de Benno, vernoemd naar een abt uit het verleden. Dit bier op een ABV van 6,9% is een zogenaamde Dubbel en heeft een felle oranje gloed, bijna amberkleurig. Hij was bijzonder fruitig (citrus en abrikozen) en naar mijn mening een buitenbeentje. Maar lekker, dat wel!

De laatste trappist van de middag (ondertussen was het al flink avond, want naast proeven wordt er natuurlijk ook gezellig gekeuveld) was eveneens afkomstig van Stift Engelszell. Hun Gregorius met een ABV van 10,5% ABV was het eerste trappistenbier dat de Oostenrijkse paters op de markt brachten, maar Marc zette het logischerwijs achteraan. We proefden de biertjes in stijgende sterkte. Een diepe, kastanjebruine kleur met flink zoetzure vruchten en licht bittere chocolade op smaak, sluit deze het best aan bij mijn idee – mijn beperkte ervaring in acht genomen – van wat een trappist eigenlijk zou moeten zijn. Heerlijk!

Nog even ter vervollediging, de wereld heeft momenteel dus 11 erkende trappistenbieren. België kent er zes (Achel, Chimay, Orval, Rochefort, Westmalle en Westvleteren), terwijl onze noorderburen La Trappe en Zundert aanbieden. Die 8 had ik allemaal al eens gedronken. Nu kan ik dus verkondigen dat ik alle trappisten in de wereld geproefd heb, dankzij deze tasting met Marc. Leuk!

Maar de heer des huizes had nog een biertje klaarstaan van de Tildonkse microbrouwerij Hof ten Dormaal. Van hen had ik al één en ander geproefd (en ik heb zelf nog een fles in de kelder staan, als ik me niet vergis), maar deze was nieuw voor mij. De Winter 2014 uit hun Barrel Aged Project rijpte op zowel porto als sherryvaten. Het is lekker donker met een ABV van 12% en smaakte donkerzoet op vijgen en rozijnen met een milde wijntoets. Ik vond hem heerlijk funky.

Maar wie dacht dat de avond er dan al op zat, had buiten de waard gerekend. Na een korte pauze haalde Marc nog een paar flessen naar boven, weliswaar geen bier. Het eerst vocht dat hij me schonk was kristalhelder, wat me deed vermoeden dat het new make was. In eerste instantie was het op de neus nog doenbaar, maar op smaak viel het dik tegen. Ik schrok me een hoedje wanneer Marc de fles op tafel zette: Lao Khao White Rice Whiskey uit Thailand. Mag ik een sample mee om dat thuis op mijn gemak nog eens te proeven? Zeker. Wat ik ook deed en waar ik ondertussen dik spijt van heb. Ik ben er echt niet goed van geweest. Mijn wraak zal niet lang op zich laten wachten. Never again!

Maar Marc maakte het onmiddellijk goed met een leuke en erg drinkbare Japanse blend, de Nikka Super Revival, gebaseerd op het originele recept uit 1962. Het is een mix van sherrygerijpte graanwhisky van Nikka en malt whisky van Yoichi en gebotteld op 43%. Ideaal als aperitief, dat geflankeerd werd door een heerlijke Italiaanse kaas Occelli al Malto d’Orzo e Whisky (wat Occelli met gerstenmout en whisky betekent).

Deze unieke kaas werd lange tijd gerijpt en dan ingesmeerd met whisky. Het eindresultaat is een erg brokkelige kaas met bijzonder sterke smaak. Echt een aanrader!

Bij de verse pizza die gastvrouw Pascale uit de oven toverde, kwam een heerlijke rode wijn op tafel, de Ravenswood Zinfandel uit California, USA. De Zinfandel druif komt bijna uitsluitend voor in California, maar hij zou oorspronkelijk afkomstig zijn uit Kroatië. De ‘Zinmaster’ achter Ravenswood is Joel Peterson, die zijn winery uit de grond stampte in de jaren ’80 van de vorige eeuw. Deze geraffineerde wijnen hebben hem een ijzersterke reputatie gegeven, waardoor men Peterson ook wel eens de Godfather of Zin placht te noemen. Na het proeven van deze fles kan ik dat alleen maar beamen.

Moe en meer dan voldaan namen we afscheid van Marc en Pascale met de plechtige belofte dat de volgende afspraak bij ons zou doorgaan. Maar om dit smaakspektakel te evenaren zal ik toch sterk uit de hoek moeten komen. Gelukkig heb ik een jaartje tijd om er over na te denken.

Bedankt, Marc en Pascale! Het was – zoals vanouds – geweldig.