Zaterdag 30 maart sta ik de longen uit mijn lijf te schreeuwen op het voetbalterrein in Wetteren, want de U10 ploeg van Cercle Melle, waar mijn zoontje Kobe speelt, doet mee aan een tornooi. Ik schrik me dan ook een hoedje wanneer plots, uit het niets, mijn Hollandse whiskygabber Imanuel opduikt met een glimlach op zijn tronie die van oor tot oor reikt.
‘Wat doe jij hier, in godsnaam?’ Maar de almachtige had hier weinig mee te maken. Dearly Beloved des te meer. Zij had met Imanuel onder één hoedje gespeeld en ik werd willens nillens (nou, ja) in de auto gezet en ‘ontvoerd’ richting Nederland. Na een rit van drie uur parkeerden we aan een gezellige bed & breakfast in Alkmaar – en tot mijn schaamte was mijn kwartje nog niet gevallen.
Pas enkele minuten voordat we de Ridderstraat insloegen keek ik mijn makker vragend aan. ‘We gaan toch niet naar de Hielander bij Wullie?’ Een knipoog werd mijn deel. ‘Bingo, jongen!’
Wullie Macmorland, die bijna zo breed is als hij hoog is maar barst van de charme en goedgemutstheid, begroette ons zeer hartelijk. ‘Ah, Mark! Als ik iets lees van Auchentoshan zie ik jou altijd verschijnen,’ zegt hij met een flink accent. ‘Hier is jullie tafeltje’. Wat leuk: ik stapte binnen in de hoop de grootse Wullie de hand te drukken, maar HIJ herkent MIJ! Ik ben vereerd. We voelen ons direct op ons gemak in de Hielander, het enige échte Schotse restaurant in Nederland.
De menu bekijken we maar even, want de suggesties die Wullie ons doet klinken heerlijk en dus kiezen we die. Ondertussen schenkt Wullie ons een aperitiefje, de Singleton of Dufftown 15 Year Old. Ook wat de whisky betreft vertellen we hem dat we ons volledig zullen laten leiden. Immers, het is geweten dat Wullie een expert is op het matchen van whisky en food. Hij vraagt ons of we tweetjes of viertjes willen, daarmee polsend naar het feit of we drams van 2cl of 4cl zullen nuttigen. We kijken hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Is dat een strikvraag?’ denk ik bij mezelf. Nog voordat ik kan reageren knikt hij zelf al. ‘Viertjes, natuurlijk, what was I thinking?’.
Ik beken dat ik eigenlijk niet meer precies weet wat ons voorgerecht was, maar het was mooi kruidig en had wat weg van haggis in een worst, geserveerd met gekonfijte uit en sla en rode biet. Daarnaast een heerlijk zelfgebakken en kruidig warm broodje. Wullie serveerde daarbij de Longrow CV, die zeer mooi aanvulde.
Ondertussen kwam de sfeer er echt in, want een live bandje van drie sterk begon enkele Schotse nummers te brengen. Er zaten zelfs enkele meezingers tussen en de gasten lieten zich niet kennen. Ook wij niet natuurlijk. Voeten stampen, handen op de tafel drummen, we deden met plezier mee. Totdat het heerlijke lamsboutje verscheen. Dan werd het stil. Fantastisch zacht, eerst gekonfijt, dan gebraden, met een zalige mix van groentjes en gebakken aardappeltjes. Daarbij kwam een fruitige Craigellachie 11 Year Old 1998 The Ultimate. En gingen die twee goed samen, zeg! Bij wijze van experiment schonk Wullie ook nog een Auchentoshan 13 Year Old 1990 van Whisky Galore. En hoewel dit een dijk van een Toshan is (echt waar) deed hij het helemaal niet goed bij de lamsbout. ‘De zoete smaak van het vlees is te machtig voor de delicate Auchentoshan!’ laat Wullie ons weten. En gelijk heeft hij.
Na het hoofdgerecht heeft hij nog een Auchentoshan voor me, namelijk de Wemyss Lemon Sorbet 1998. Heerlijke Auchentoshan, neem dat van me aan. Ik weet dat ik bevooroordeeld ben, maar Wullie is dat ongetwijfeld niet en vond het één van de beste Toshan die hij al geproefd had.
Het heerlijke dessert dat bestond uit een gebakje met karamelsaus en toffee-ijs werd zonder whisky geserveerd. Er kwam wel een bijzonder sterke en licht bittere espresso aan te pas. Ondertussen bleef Wullie zelf maar over en weer lopen in zijn restaurant, dat helemaal volgeboekt was. Wullie maakt echt tijd voor zijn gasten en dat zien we graag.
Telkens wanneer hij ons tafeltje passeerde schonk hij een klein drammetje in. ‘Proeven!’ beval hij. Wij knikten gedwee en roken en proefden. ‘Lekker?’ wil hij weten, terwijl hij de fles achter zijn rug houdt. We proeven een stevige whisky die licht farmy is en barst van het citrusfruit. Trots haalt Wullie de fles tevoorschijn. Het is de Highland Park 17 Year Old Ben Nevis Club, een botteling voor zijn eigen Ben Nevis Club (die niets met de distilleerderij te maken heeft, maar haar naam ontleent aan een schilderij van Ben Nevis dat aan de muur hing tijdens het vinden van een naam voor de club). Een dijk van een HP en Manny begint vanzelfsprekend te kwijlen.
Maar Wullie heeft nog meer moois. Hij verrast ons met wat ik met opgetrokken wenkbrauwen niet anders kan dan omschrijven als een geweldige Edradour! Het is de Edradour 15 Year Old Ben Nevis Club, gebotteld voor de 15e verjaardag van de club en afgevuld van een first fill oloroso sherryvat.
‘Nou,’ moet Wullie gedacht hebben ‘als we dan toch bezig zijn…’ en prompt schenk hij ons opnieuw een clubbotteling uit 2007. ‘Hmmm, Campbeltown,’ mompel ik. Wullie knikt goedkeurend en zet de Springbank 10 Year Old 1997 Ben Nevis Club op tafel, gebotteld op 59%. Maar zeer drinkbaar, hoor. En hij kan water goed verdragen. Opnieuw een first fill olorosovat dat hints van cichorei en bouillon prijsgeeft.
De avond begint stilaan op zijn einde te lopen en de eerste klanten beginnen af te rekenen. Wullie passeert opnieuw onze tafel en geeft teken nog wat geduld te oefenen. ‘Ik wil jullie nog iets laten proeven’, knipoogt hij. Het eerst wat hij schenkt doet onze sokken twee keer op en neer gaan. Het drankje is doorschijnend. Ah, new make? Het blijkt te gaan om de Irish Knockeen Hills Poteen, die alle vocht uit onze mond trekt. Wat wil je met een ABV van 90%. Phew! Onmiddellijk daarna volgen nog twee Ierse poitin uit ongelabelde flesjes uit Wullie’s privé stash. Eén gemaakt van aardappel, één van gerst. Lekker, hoor!
Ondertussen zitten er nog maar vier tafeltjes na te praten bij hun koffie, maar Wullie gaat onverminderd voort. ‘Dit hebben jullie nog nooit geproefd en zullen jullie misschien ook nooit meer proeven!’ Ah, het mysterie. Maar zo fruitig en geweldig lekker, miljaarde, wat zou dat zijn? Het blijkt de bijzondere Hillside 25 Year Old 1971 Rare Malts te zijn. Hillside opereerde ooit ook nog onder de naam Glen Esk. Superwhisky op 62%. Hij had gelijk, dit hadden we nog nooit geproefd.
Nog twee tafeltjes, de onze incluis. Wullie zal nu wel willen afronden, denken we. Maar niet voordat hij ons een rondleiding geeft in zijn supergezellige restaurant. De Schotse prularia aan de muren zijn een feest voor het oog – heel leuk vonden we de schandpaal met de melding ‘for those who ask for ice or cola in their whisky’ – om maar te zwijgen van alle flessen die open staan. Een kleine duizend! Terwijl Imanuel en ik staan te kijken en te wijzen haalt Wullie nog een sampleflesje boven. ‘Deze is nog niet verkrijgbaar, maar zal binnenkort gebotteld worden’. Het blijkt te gaan om een single cask van de Bretoense distilleerderij Warenghem. We proeven de Amorik 10 Ans Millésime 2002 fût 3261 op een vatsterkte van 56,1%. Het sherryvat heeft zijn werk gedaan. Dit is een bijzonder lekkere Amorik. Iets om naar uit te kijken.
De tijd om de keet te sluiten is dan eindelijk aangebroken. We waren daar om 19u toegekomen en de klok stond ondertussen toch al rond 1u (en de zomertijd moest nog ingesteld worden die nacht!). Terwijl Mevrouw Macmorland onze rekening klaarstoomt schenkt Wullie ons nog een laatste drammetje in. Een single grain, dan nog. De Port Dundas 10 Year Old Cadenhead’s Authentic Collection, op een stevige 60,2%. Wat een mooie afsluiter.
Maar Wullie laat ons niet met lege handen vertrekken. Hij vult nog een klein heupflesje met de geweldige Dallas Dhu 23 Year Old 1979 Cadenhead’s Authentic Collection. ‘There you go, boys, a little nightcap!’ Bedankt, Wullie, voor het geweldige eten en de bijzondere whisky’s die we mochten proeven in The Hielander.
Gelukkig was de bed en breakfast niet ver, slechts 5 minuten stappen. We geraakten er zonder problemen (klinkt gek, maar je moet het in zijn context zien, natuurlijk). We sloten de avond af in schoonheid, met een geweldig mooie whisky van een teloor gegane maar waarschijnlijk binnenkort heropstartende distilleerderij.
Toen ik Imanuel vroeg waaraan ik deze fantastische verassing te danken had sprak hij ‘For dragging my ass to Tunisia and back’, verwijzend naar dat geweldige avontuur dat we in Tunesië beleefden in mei van vorig jaar. Imanuel, je had het niet moeten doen, maar ik ben blij dat je het gedaan hebt. Hartelijk bedankt!
The Hielander is een echte aanrader met een gepassioneerde chef, die ook elk jaar aan het roer staat van het Hielander Whisky Festival in Alkmaar. Hier komen we zeker nog terug!
Ridderstraat 15
NL-1811 BX Alkmaar
Tel +31 725.12.00.15.
Het is zeker voor herhaling vatbaar. Super ambiance, heerlijke whisky, goed eten en een geweldige gastheer.
Wullie zorgt voor een onvergetelijke avond en ik kan dan ook zeker de Hielander van harte aanbevelen.
Oh, en in tegenstelling tot Mark, hou ik wel van een verrassing