Het zat er al efkes aan te komen,
maar donderdag 26 september was het eindelijk zover. Timon en Nikkie
entertainde een zaal vol enthousiaste proevers op een tasting van Japanse
drankjes. PROOF, uw try before you buy bar in hartje Gent, haalde hiervoor niet
alleen whisky in huis. Integendeel, slechts 2 whisky’s stonden op het menu.

Dat Japanners een speciale cultuur
hebben zal de meeste onder ons wel bekend zijn. Kaizen, voor de kenners. Dat trekken ze door in alles wat ze doen:
ambacht, kunst, … En dat is ook in hun dranken terug te vinden, of het nu sake,
gin, whisky of iets anders is.

Als aperitiefje kregen we een gin
van de betrekkelijk nieuwe Kyoto Distillery Co, nl. de Ki No Tea. Dit is een
speciale, gelimiteerde editie van hun gin (de standaard gin heet Ki No Bi, wat
zoveel betekent als de schoonheid van de seizoenen, als ik me goed herinner).

Ki No Tea, Kyoto Dry Gin, 45.1%

Deze gin is wel erg apart, moet ik
zeggen – hij wijkt dan ook enorm af van de standaardgin (die overigens van
gefermenteerde rijst wordt gestookt!). Dat heeft alles te maken met het feit
dat hij – zoals de naam al aangeeft – infused
werd met een speciale blend van verschillende Japanse thee.

De neus is erg vegetaal en groen op
peterselie en rijst, terwijl de smaak naast het typisch Japanse citrusfruit
yuzu ook nog wat rauwe bonen en groene thee offreert. De afdronk is erg kort. Naar
mijn mening een acquired taste. We maakten er tevens nog een Gin & Tonic
mee, gemixt met de Fever Tree Mediterranean. Maar dat vond ik zelf geen succes.
Zoetzuur, metalig op appelsien en Dextro Energy tabletten. Misschien eens
proberen met een andere tonic.

Miyamizu No Hanza,
sake, Sakuramasamune, 15 à 16%

Ik weet niets van sake, behalve dat
het een soort rijstwijn is die je zowel warm als koud kan schenken (tussen de
5°C en 45°C). Ik was dan ook maar wat blij met de uitgebreide info die onze
gastheer hierover kon vertellen. De kwaliteit van sake wordt onder meer bepaald
door de hoeveelheid ‘gepolijste’ rijstekorrels er in gaan. Voor een ‘gewone’
sake is dat zo’n 30%.

Een leuke, zoete neus op kweepeer,
chocolade en dessertwijn, met een vreemde hint van rookworst (zij het wel erg
kort). Op smaak vond ik het erg moeilijk me vast te pinnen, volgens mij
notities. Ik heb enkel ‘zacht, zoet, erg toegankelijk maar onbenoembaar’
genoteerd. U bent er vet mee, ik weet het. Ik ook.

Junmaiginjo, sake,
Sakuramasamune, 15 à 16%

Deze sake is van een hogere
kwaliteit, waarbij 60% van de rijst gepolijst wordt. Blijkbaar heet dat de
‘milling rate’. In typisch Japanse no-nonsense stijl prijkt op het label
duidelijk bij welk gerecht je deze best schenkt: ‘bonds well with beef’.
Daarmee wordt ongetwijfeld verwezen naar die rotverwende koeien uit Kobe, die
enkel donker bier te drinken krijgen, gras te eten en een godganse dag
gemasseerd worden. Als ik reincarneer…

Op de neus was hij zoeter dan zijn
voorganger en een tikkeltje romiger. Ja, volle body, maar weer moeilijk te
benoemen voor mij. Ik moet eigenlijk vooral aan dessertwijn denken en zo gek
blijkt dat niet te zijn.

Timon lastte een korte pauze in om
de smaakpapillen even tot rust te laten komen, alvorens aan het whiskygedeelte
te beginnen.

Hibiki Harmony Master’s Select, Suntory,
43%

Een Master Blender wordt in Japan
hoger aangeschreven dan een Master Distiller en dat heeft alles te maken met
het feit dat Japanners meer genieten van verfijnde dingen dan van rasechte
smaakbommen waar wij – Westerlingen – meer pap van lusten. Een blend is voor de
Japanner echt een kunstwerk en Hibiki is daar een prima belichaming van.

Dadels, pruimenlikeur, amandelen,
bloemsuiker en een floraal element maken van deze neus een waar feest. Op smaak
gaat dat nog een stapje verder. Donkerzoet fruit, abrikozenmarmelade en
Oosterse kruiden (dat zal dan wel de mizunara zijn, zeker?). De lange finish is
doorwrocht en evenwichtig, wat van deze Hibiki Master’s Select een absolute
topper maakt.

Hakusu Distiller’s
Reserve, Suntory, 43%

Eén van de malt whisky’s die in de
Hibiki gaat is deze Hakushu single malt uit de forrest distillery aan de voet van wat wel eens de Japanse alpen
wordt genoemd. Ik heb deze al vaak geproefd en het blijft telkens een fijn
weerzien.

Een mooie, fruitige neus op appels
en peren, druiven en limoen, maar met een (weliswaar erg zacht) streepje rook.
Die turf zet zich op smaak veel prominenter door, samen met een pepertje. De
afdronk is lekker lang met op het sterfbed nog een kleine lift door iets wat aan eucalyptus doet denken. Wat een heerlijke,
mooi gebalanceerde malt is dit.

Nigori Yuzushu, ‘likeur’,
12.5%

Om af te sluiten – als digestief,
zeg maar – had Timon nog een specialleke
in de frigo staan. Deze drank is geen likeur, maar komt wel aardig in de buurt.
Hij werd gemaakt van water, alcohol, yuzu, suiker en pruimen. Het label
waarschuwt dat bezinksel (van de verse yuzuvrucht) op de bodem van de fles
normaal is.

Op de neus kon ik de geur van
Sunlight zeep niet wegdenken, hoe ik ook mijn best deed. Daarnaast Fanta Lemon,
zoetzure Napoleon bonbons en een karrenvracht aan suiker. Op smaak was het meer
van het zelfde – zoetzuur, sans de
zeep, thank God – en erg fris. Ik zei
wel degelijk ‘fris’, verwar dit aub niet met ‘lekker’. Maar wat een grappige
ervaring. Frank, die naast me zat, grapte ‘Wortegemse doet dat beter.’ Ja, het
had wel wat van een citroenjenever. Voor mij was het eerder de Japanse versie
van de Bacardi Breezer, maar what fun!
Zeker eens proberen.

Ja, ja, een topavondje, hoor! Ik
had de whisky al wel geproefd, maar de andere drankjes waren niet voor me. En
ik heb weer vanalles opgestoken. En veel gelachen in goed gezelschap. Kijk,
daar doet een mens het toch voor?

Kakubin, Suntory
Whisky, 80 proof (40%)

Terwijl iedereen afscheid nam, viel
mijn oog op een ander Japans flesje op het schap. Deze Japanse klassieker stak
mijn ogen uit, dus vroeg ik een glas.

Nu moet ik wel bekennen dat deze
blend absoluut niet verfijnd was. De neus was best aangenaam, maar op smaak is
dit een best scherp beestje. Maar je moet hem in zijn context zien. Dit is het
type whisky dat in Japan voornamelijk – zo niet uitsluitend – wordt gebruikt om
een mizuwari van te maken. Een glas vullen tot de rand met ijs, een goeie
scheut van deze Kakubin en aanlengen met sodawater. Een tip voor volgende
zomer.

Het was weer de moeite in PROOF,
zoals steeds. Ik kijk alvast uit naar de volgende sessie!

May
the Malt be with you!