De Wee Dram Master tastings van Bert Bruyneel zijn altijd
een leuke bedoening. Niet alleen omwille van de geweldige whisky’s die er
telkens geserveerd worden, maar ook omwille van de sfeer en het gezelschap.
Bert steekt graag de draak met zijn publiek (deze keer duurder het echter toch
al 22 minuten alvorens de eerste Auchentoshan-joke viel, da’s een nieuwe
record) en vice versa.
Locatie van het gebeuren was deze keer Drank & Spijshuis ’t Konijntje
van de sympathieke whiskyverzamelaar Jos Hubau in Kluisbergen (die overigens instond voor de superhapjes die geserveerd werden tijdens het proeven, zoals een chocomousse met Finlaggan).
Na de hartelijke ontvangst door Tanya – mevrouw Hubau –
namen we plaats in een rustiek tastingzaaltje op de eerste verdieping. We waren, als ik me niet vergis, met 18
personen, waaronder enkele dames, wat altijd leuk is. En ze kwamen van heinde
en ver, maar met zo’n line-up zou je voor minder. Heel wat Signatory uit die
verschrikkelijke lelijke dumpy flesjes en stuk voor stuk whisky’s die je niet
meer in de reguliere handel kan vinden.
GlenDronach 8 yo 2002/2011 (55%, Pedro Ximenez Butt
#2009 ‘Cask in a Van’ III, 660 Bts.)
Linkwood 21yo 1975/1996 (54.7%, Signatory, C# 9658, 280 Bts.)
Linlithgow 24yo 1975/1999 (51.5%, Signatory, C#96/3/2, 336 Bts.)
Glenburgie
22yo 1975/1997 (56.6%, Signatory, C# 6007, 265 Bts.)
Laphroaig 14yo 1981/1995 (55.5%, Signatory, C# 4604,
290 Bts.)
Macallan 26yo
1968/1995 (47.2%, Signatory, C# 10543, 252 Bts.)
BenRiach
1977/2011 (45,7%, OB for Asta Morris, C# 9119, 175 Bts.)
Met de pen in de aanslag, het water, stokbrood en de
Maltesers geserveerd, konden we aan ons werk beginnen.
GlenDronach
8 yo 2002/2011 (55%, Pedro Ximenez Butt #2009 ‘Cask in a Van’ III, 660 Bts.)
Als aperitiefje kregen we de GlenDronach 8 Year Old
2002/2011 PX Sherry Butt, die deze zomer doorheen het land cruisde in de
zogenaamde Cask in a Van Tour. Ik proefde deze al eerder en herinner mij deze goed te
vinden. Vandaag was dat iets minder, maar dat ligt ongetwijfeld aan mij. Bert
schonk fles 75/660.
Op de neus heb ik sherry, amandelen, peperkoek, appelsien,
heide, gums en wat chocolade. De aanzet is heet en romig met sherry, peper,
gember en een mespuntje eucalyptus. De afdronk is warm en lang.
Linkwood 21yo 1975/1996 (54.7%, Signatory, C# 9658,
280 Bts.)
De Linkwood, die uit fles nummer 6/280 kwam, geurde naar
appelsienlikeur, appel, ananas, mango, pot pourri van rode bloemen en witte
chocolade. Heerlijk tropisch!
Ook op smaak zet dat zich door, lekker romig en licht
gekruid. De afdronk is middellang. Dit was voor mij de winnaar van de avond!
Linlithgow 24yo 1975/1999 (51.5%, Signatory, C#96/3/2,
336 Bts.)
Een Lowlander, bij god! Een heerlijke onafhankelijke
botteling van Saint Magdalene, fles 23/336. En hoewel hij delicaat en floraal
is, met wat heide erdoorheen, krijg ik behalve een blek perzik op siroop ook
een flinke dosis turf. Die trekt echter betrekkelijk snel weg.
Op smaak is hij fris en zoet met citrus en appel,
besprenkeld met witte peper. De afdronk blijft lekker zoet, maar is eerder
kort. Geweldige whisky!
Glenburgie 22yo 1975/1997
(56.6%, Signatory, C# 6007, 265 Bts.)
De verwachtingen rond deze
Glenburgie (fles 33/265) waren redelijk hoog gespannen. Volgens Bert – na zijn
BenRiach 1977 natuurlijk – zou dit de topper van de avond moeten zijn. Ik vond
hem vooral non-descript.
Ja, hij is heerlijk fruitig (citrus)
op de neus, met vanille, karamel en een toefje eik. Maar weinig uitgesproken. Op
smaak net hetzelfde. De toevoeging van water maakte hem wel beter. Een
lichtgekruide zwemmer. De afdronk is lang op eik.
Laphroaig 14yo 1981/1995 (55.5%, Signatory, C# 4604,
290 Bts.)
Tijd voor Islay, met deze jonge Laphroiag uit 1981. De
inhoud van fles 266/290 was strokleurig en geurde zilt, zoet en zuur tegelijk.
Citrus, turf, room, as. Antisceptisch, vond ik hem.
Op smaak komt de rook minder tot zijn recht, maar vechten
vanille en karamel voor suprematie. Hij is vlijmscherp. Witte peper. De afdronk
is lang op assen en zeezout. Voor mij de minste van de avond.
Macallan 26yo 1968/1995 (47.2%, Signatory, C#10543, 252 bts)
Amai, mijn klak, een Macallan uit 1968! Dat is de oudste
die ik al aan de lippen mocht zetten, zowel qua leeftijd als distillatiedatum. Fles
5/252 bevat een vol gouden goedje dat geurt naar rode en stekelbessen,
rabarber, papaya en afgestreken lucifers. Ik waan me op een verlaten tropisch
eiland!
Hij is romig zacht en tropisch zoet. Geweldig lekkere Macallan.
Een Fine Oak avant-la-lettre, noemde Bert deze. De afdronk ik pittig, zoet en heerlijk
lang.
BenRiach
1977/2011 (45,7%, OB for Asta Morris, C# 9119, 175 Bts.)
En dan was het tijd voor de pièce de résistance van de
avond. Bert presenteerde de nieuwe BenRiach 1977, gebotteld voor zijn eigen
label Asta Morris. Hij zette ons fles 73/175 van deze 33-jarige Speysider voor.
Deze is geweldig fruitig, zoals we dat gewend zijn.
Tropisch met vooral mango, maar ook kandijsuiker, amandelen, woodspice, koffie
en eucalyptus. De neus is wederom super! Maar op smaak werd hij plots wat
ingetogener. Verlegen bijna. Gedempt fruitig, noteerde ik. De kruidige afdronk
sterft langzaam uit. Nog steeds een dijk van een whisky, versta me niet
verkeerd. Maar na de verwennerij van de 1978… Om van de 1975 maar te zwijgen,
maar die is hors concours want op het
goddelijke af (en zelfs lekkerder dan The One).
Mijn persoonlijke top drie:
1) Linkwood
1975 (91 punten)
2) Macallan
1968 en BenRiach 1977 (ex aequo op 88 punten)
3) Linlithgow
1975 (87 punten)
Foamy bracht traditiegetrouw zelf ook enkele flessen mee
om achteraf te laten proeven. Zo stelde hij twee Linkwood voor, een recent gebottelde 21 Year Old (zie foto) en een Linkwood gebotteld in 1989. Maar de ene was zo verschrikkelijk slecht, astringent, zuur ronduit niet
te zuipen, dat we ons afvroegen of het wel een authentieke was. Hij zette daar
onmiddellijk de andere, ‘goede’ fles naast en die Linkwood was goddelijk en zou in
bovenstaande straatje niet misstaan hebben.
Zelf had ik ook een verrassing bij, namelijk de fles die
ik zelf (nou, ja) online geblend
had. Ik had hem zelf nog niet geproefd, dus ook voor mij was het een verrassing…
Maar eerlijkheid gebied me te zeggen dat het een flinke tegenvaller was. Jong,
spirity, heel wat granen en zelfs wat rubber. Als je dit aan de neus en lippen
zet na bovenstaande straatje, kan het natuurlijk niet anders dan tegenvallen.
Toen ik hem, tijdens het schrijven van dit lijvige
verslag, opnieuw schonk, viel het al heel wat beter mee. Ja, het is duidelijk
jonge whisky (maar dat is geen verrassing), maar ik was nu ook aangenaam
verrast door appelsien, kruidenkoek, heel wat vanille en een beetje noten en
pils. De mensen die aanwezig waren kunnen dit beamen of ontkennen, want ik
schonk hen – met veel plezier – een sample af om thuis zelf nog eens te
proberen.
Enfin, een geslaagde avond met geweldige whisky’s die we
wellicht nooit meer zullen tegenkomen. En dat alleen al maakt het steeds de
moeite waard.