Het was al tweeëneenhalf jaar geleden dat ik de portotasting van Graham’s had
bijgewoond, toen nog in Den Engel met de vlotte brand ambassador Joao
Vasconsoles. Maar toen ik de uitnodiging zag verschijnen voor een nieuwe
tasting, deze keer in Proof, wist ik al op voorhand dat ik hier opnieuw naartoe
zou gaan. En aangezien we iets te vroeg ter plaatste waren, schonk Nikki nog
een proevertje uit om het wachten te verzachten. Dat werd een heerlijke
Lagavulin Distiller’s Edition lgv. 4/504, gedistilleerd in 1999 en gebotteld in
2015. Ik vond het niet erg.
Deze keer was het niet Joao, maar de innemende
spraakwaterval Isabel Ponteiro, eveneens een Portugese in hart en nieren, die
de versterkte wijnen aan elkaar zou praten. De uitleg die we van haar kregen
was minstens even rijk aan details als wat we destijds te horen kregen, maar
wel doorspekt met heel wat anekdotes en flink wat humor.
De tasting begon met de Extra Dry White, maar wel in
de zomerse versie, zijnde met flink wat ijsblokjes en Erasmus Bond tonic. Een
verfrissende start en een combinatie die ik thuis ook regelmatig aan de lippen
zet. Deze werd gevolgd door de koperkleurige The Tawny, een instapporto die het
altijd goed doet. De naam verwijst overigens naar de kleur, die hij krijgt van
het rijpen op eikenhouten vaten.
Onmiddellijk schakelde Isabel dan in hogere
versnelling door zowel de 20-jarige als de 30-jarige versie van deze porto te
schenken. Dat stelde ons in staat om het verschil zeer duidelijk te proeven. De
Tawny Port 20 Year Old werd vergezeld van wat blokjes Parmezaanse kaas. Dit was
zonder enige twijfel mijn favoriet van de avond.
De 30-jarige mocht er nochtans best wezen, maar het
verschil met de 20 was niet zo heel erg groot naar mijn mening en ik vond hem
iets meer umami en minder zoet, terwijl ik mijn porto net graag mierzoet heb.
Het is een kwestie van goesting, natuurlijk.
Na de Tawny werd het tijd voor de Ruby en meteen werd
het vlaggenschip van Graham’s geschonken: de Six Grapes. Grappig is het feit
dat dit niets met het aantal druiven te maken heeft, maar alles met de
kwaliteit. Toen de vaten honderden jaren geleden vanuit Porto naar London
verscheept werden was de boekhouding zo summier (de producenten konden
letterlijk niet lezen en schrijven), dat ze de kwaliteit op het vat tekende in
de vorm van druiven. De vaten met zes druiven op bevatten de wijnen van de
allerhoogste kwaliteit. Hij lag erg lekker in de mond, zeker in combinatie met
een stukje zwarte chocolade.
De beste wijnen worden als Vintage op de markt
gebracht. Wanneer het bovendien een vintage is van één domein wordt dat een
Single Vineyard Port genoemd. De Quina Dos Malvedos Vintage 2001 is er zo
eentje. En wat een geweldige porto bleek dit te zijn, zeg!
Tot slot werd nog een uitzonderlijke vintage
geschonken: Vintage Port 1983. Deze zit dus al bijzonder lang op fles (en kan
gerust nog even doorrijpen, geen probleem). Echter, eens deze open gaat, moet
je hem geen half jaar meer laten staan, want dan verliest hij flink wat van
zijn karakter. Maar goed, zo’n flesje maak je toch ook alleen maar open op een
speciale gelegenheid, met vrienden of familie, toch? En dan is ze toch geen
lang leven beschoren. Hij werd geserveerd met heerlijke Stilton, de Engelse
schimmelkaas. Net op het moment dat ik een foto wilde maken, grapte tafelgenote
Nadine ‘Cheese’, waardoor de foto bewogen was. Gelukkig maakte ik er nog
eentje.
Na afloop kregen we nog de mogelijkheid om één en
ander aan te schaffen, wat we ook deden. Qua prijs is dit een heel ander
verhaal dan whisky, natuurlijk. Ik weet wel: appels en peren. Maar een goeie
fles porto mag in geen enkel dranken cabinet ontbreken. En als je dan toch een
goeie porto in huis wil halen, laat het dan Graham’s zijn.
Na deze heerlijke, zomerse avond, trokken we
voldaan terug naar huis, langs de mooi verlichte stad die Gent toch echt wel is.