‘Whisky was vroeger stukken beter, echt! Zo maken ze hem niet meer…’

Het is een uitspraak waar ik dikwijls mee geconfronteerd wordt, wanneer iemand een oude fles whisky opent. Maar is dat wel zo? Is oudere whisky echt beter dan wat vandaag de dag op de markt komt? Op donderdag 23/06 organiseerde Jeroen Moernaut in PROOF, hartje Gent, een tasting waarbij we met een beetje geluk op die vraag een antwoord zouden krijgen.

Vier koppeltjes zouden we gaan proeven. Head-to-head of back-to-back, zoals u verkiest. Telkens een populaire botteling in zijn huidige en antieke uitgave.

Voor Jeroen was het al weken geleden dat hij nog eens zelf een tasting aan elkaar had gepraat en hij was lichtjes nerveus, alsof hij een mondeling examen ging afleggen. Maar dat was niet nodig. Zijn kennis terzake – die door het volk in de zaal nog wat werd aangevuld, zoals dat hoort als je whiskynerds over de vloer krijgt – was voldoende interessant om iedereen aan het luisteren en het proeven te krijgen.

Terwijl buiten de regen in bakken uit de hemel viel schonk Jeroen het eerste koppel. Het betrof de Cragganmore 12 Year Old – een recente botteling tegenover een botteling van de jaren ’80 van de vorige eeuw. De twee glaasjes werden naast elkaar gezet, zonder dat de proevers wisten welke versie in welk glas zat. Bedoeling was eerst te bepalen welke we de lekkerste vonden om daarna te bepalen welke van de twee de antieke versie was. Minder makkelijk dan het klinkt, hoor!

Bij de Cragganmore had ik al redelijk snel mijn keuze gemaakt, want het linkse glas vertoonde een lichte vorm van OBE. Iets metalig en licht zurig maakte zich meester van mijn neus, terwijl de dram in het rechterglas veel frisser en zoeter rook. Maar hij was meteen ook een pak minder complex op smaak. Dus voor mij was het een uitgemaakte zaak. Links de oude! Ik had het bij het rechte eind. Het merendeel van de proevers was het daarmee eens.

Terwijl Nikkie de chips en guacamole op de tafels aanvulde, schonk Jeroen het tweede koppeltje: de Oban 14 Year Old, opnieuw de hedendaagse versie tegenover een fles uit 1994. De oude offreerde banaan, zilt, fruitpap en was wat aan de brave kant. Deze keer had ik het opnieuw bij het rechte eind, maar vond ik de moderne versie toch de lekkerste. En ik was zeker niet alleen.

Jeroen legde ondertussen uit dat hij niet gelooft dat whisky 100% chemisch inert is en dat er dus zoiets bestaat als bottle aging, maar dat verschillen ook optreden omwille van de verschillende gerstsoorten, giststammen en productietechnieken. Denken we maar aan de vervanging van stills en condensors en dergelijke. Er is immers een groot verschil tussen de oude worm tubs en moderne condensors. Maar is ouder altijd beter? Deze botteling leek het tegendeel te bewijzen.

Koppel drie was er eentje waar ik naar uitkeek. Highland Park 12 Year Old! Het verschil op de neus én op smaak was bijzonder groot. De ene was zalig fruitig, terwijl de andere – op z’n minst in deze onmiddellijke vergelijking – eerder vlak was en verrassend veel rubber vertoonde.

Ja, het tweede glas was verrassend teleurstellend en ik kon amper geloven dat dit Highland Park was, laat staan hun bestseller. Toen bleek dat die ‘slechte’ HP bovendien de hedendaagse versie was! Wat een verrassing, zeg, maar niet meteen een aangename. Zo zie je maar… Ik had alvast verkeerd gegokt.

Het laatste koppel was wel heel bijzonder. We kregen namelijk de moderne Talisker 10 tegenover een Talisker 12 Year Old uit de jaren 1970. Deze groene fles met het label waar de Striding Man van Johnnie Walker trots op prijkt, bleek een absolute stunner te zijn en draagt terecht het predicaat ‘The Golden Spirit of the Isle of Skye’.

Het was de beste van de avond, bijna legendarisch (zonder de ‘bijna’), maar zijn moderne broer moest niet echt onder doen! Ook de huidige Talisker 10 blijft een dijk van een whisky – en dat voor zo’n vriendelijke prijs in de supermarkt. Een echte aanrader en mooie afsluiter van alweer een bijzonder gezellige avond.

May the Malt be with you!