Jeroen
van The Bonding Dram nodigde ons
uit voor een speciale tasting ter ere van zijn 33e verjaardag. Dus
zakten we, ondanks een flinke neusverkoudheid die we enkele uren vooraf met
paardenmiddelen probeerden te bedwingen, af naar de Gentse graslei. We zochten
onze toevlucht tot de derde verdieping van Den Enghel, want de tweede (waar de
tastings normaliter doorgaan) was ingenomen door een aantal weinig tot zeer
wanhopige speed daters (vandaar dat onze tasting regelmatig onderbroken werd
door het geluid van een gong…).
Als
aperitief werd ons een licht hebbedingetje blind uitgeschonken. Niemand was er echt wild van (sommigen
vroegen zich zelfs af op het überhaupt wel een whisky was, stel je voor!) en
kon de drank meteen plaatsen. Het betrof een Spaanse blend.
D-Y-C (40%)
De
neus was één en al karamel, peperkoek en amandelen, maar o zo licht. Op smaak
kwam vooral de karamel, ondersteund met wat kruiden, tot uiting. De afdronk was
flink gepeperd en verrassend lang. Maar echt bekoren deed deze Spanjaard niet.
Maar onze smaakpapillen waren alleszins klaar (nou, ja) om aan het ‘grote’ werk
te beginnen.
Highland Park 39 Year Old 1968/2007 DT Rare Auld for The Nectar , Cask
3460, 183 bts (41,8%)
Verrassend genoeg schenkte Jeroen de oudste whisky
eerst. En
wat een mooie, maar compleet a-typische Highland Park. De neus is out of this world geparfumeerd met
citrus (voornamelijk pompelmoes) en abrikozen, maar de typische zoete turf is
nergens te bespeuren. Maar wat een geweldige neus. Op smaak valt hij me minder
goed mee. De belofte van de neus wordt niet helemaal ingevuld. Hij is zacht op
fruit, hout en gember. De finish is middellang en kruidig, maar eindigt
redelijk bitter. Als hapje werd hier een carpaccio van rund met honing en peper
geserveerd. Lekkere combinatie.
Lochside 29 Year Old 1981/2010 Nectar of the Daily Drams (48,6%)
De Lochside is werkelijk complex. De geweldige
neus verraadt naast tropisch fruit ook kruidenkoek, (veel) chocolade,
kandijsiroop en rum. Op de tong is hij lekker romig en krijg ik opgelegde
rozijnen met gember, nootmuskaat en peper. Ook de afdronk is geweldig.
‘Donker’, warm, lang, gekruid met een mooie eiken toets die het zoet perfect countered. Heerlijke whisky! Het hapje
van watermeloen, venkel en scampi maakte van deze whisky een heus hoogtepunt.
Macduff 24 Year Old 1971/1995 Glenhaven (53%)
De Macduff zit al 16 jaar op fles, en dat zullen we
geweten hebben.
OBE, anyone? En hoelang ik ook
wachtte, ongeacht hoeveel handwarmte ik probeerde, het duurde werkelijk
minstens veertig minuten voor de neus eindelijk begon uit te klaren. Ik kreeg
citrus, ananas, bruine suiker en een toefje rook. Maar het putgeurtje vergalde
hem voor mij. Ook de toevoeging van water kon deze Macduff niet meer redden. De
ananas en citrus keerde terug in de mond, maar het geheel was ietwat
astringent. De finish was scherp, maar genadeloos kort. Voor mij een spijtig
dieptepunt van de avond. Gelukkig was er nog het heerlijke karamelijs met
rumsultanas om dit moment te redden. Oh, ja, Glenhaven is een onafhankelijk
bottelaar die ondertussen teloor gegaan is, liet ik mij vertellen. Hij opereerde
enkel in de Verenigde Staten.
Banff 37 Year Old 1971/2008 Dead Whisky Society, Cask 633, 565 bts
(53,3%)
Mijn
eerste Banff – en wat voor één! Deze 37-jarige Speysider werd gebotteld door de
Dead Whisky Society (die eerder al een Dallas Dhu 1975 had gebotteld). De neus
heeft wat tijd nodig en begint met een valse start. Vernis, kaarsvet en zelfs
verbrand plastic. Maar eens dat vervlogen is krijg ik heel wat fruit, honing,
peperkoek, rozijnen, en een heel kruidenrekje, met thym voorop. Mooie
ontwikkeling. De lekker romige smaak is een perfecte verderzetting van de neus
en de kruidige, lange afdronk maakt van mijn eerste ontmoeting met deze vergane
glorie een glorieus moment. Yeah, Banff
baby! Het wordt nog wat culinair opgeleukt met een Boursin met noten en
Turkse suikerspin. Te gek!
Glen Keith 35 Year Old 1971/2006 Jack Wieber The Cross Hill, 371 bts
(51,8%)
Het
eerst wat opvalt bij deze 35-jarige Glen Keith is zijn donkere kleur.
Hoestsiroop! En ook de neus heeft daar wat van weg. Lekkere ‘diepe’ sherry met
opgelegde pruimen, rietsuiker, oud leder, tabaksbladeren en… yoghurt? Ronduit
schitterende neus. Voormalig platenbaas Jack Wieber heeft hier een mooi vaatje
geselecteerd. De smaak is meer van hetzelfde, maar geweldig pittig met gember
en pilipili. Dit is genieten. Het gaat in stijgende lijn, nu. De finish is
lang, warm en dankzij een licht bittere toets van het eikenhout flink drogend.
Wat een balans! Een beetje water toevoegen maakt hem nog beter! Het
rundstoofpotje met witte speculoos in een cola(!)sausje is de perfecte match.
BenRiach 30 Year Old Peated 1976/2007 OB for The Nectar, Cask 8080, 166
bts (52%)
De laatste uit de line-up (ik wist toen nog niet dat
mijn tafelgenoten Stefaan en Bart nog iets gingen bovenhalen) is een BenRiach
Peated uit 1976. Oh, god, BB zal weer in zijn handen wrijven als hij dit leest.
Maar het moet gezegd, deze BenRiach is magistraal lekker van nose tot finish.
De neus is lekker tropisch met kokosnoot, mango en zelfs aarbei. Lekker zoet en
zacht en de turf blijft discreet op de achtergrond. Na enkele minuten pas, laat
die zich echt gelden. Zo subtiel. Op smaak is deze al even tropisch heerlijk,
bijzonder romig en gekruid met gember. De afdronk is warm en lang. Zelfs met
water. Dit is absoluut smullen en meteen mijn nummer één van de avond. De crème
Suisse met abrikozencoulis gaat hand in
glove met deze prachtige BenRiach.
Jawadde,
zo’n mooie line-up (met uitzondering van de Macduff, wat mij betreft, en
uiteraard rekenen we de DYC niet mee). Terwijl de proevers van dienst de
Lochside op één zetten en de BenRiach op twee, was mijn persoonlijke top net
omgekeerd. De Glen Keith kaapte de derde prijs weg. Kudos ook aan Bart en Inge,
die garant stonden voor een culinair feestje door de heerlijke hapjes te
bedenken en klaar te maken.
Maar
nog voor we afscheid konden nemen, haalde tafelgenoot Stefaan enkele samples
boven. Of we geen interesse hadden de nieuwe releases van Dominiek ‘The
Whiskyman’ Bouckaert wilden proeven.
Eerst
kwam de Glenlivet 38 Year Old 1973/2011
(47,5%) aan bod. Licht gekruid op Europees fruit geurt deze al bijzonder
uitnodigend. Doe daar op smaak nog wat kaneel bij en een middellange afdronk om
het plaatje compleet te maken. Deze zou niet misstaan in de top drie hierboven.
Daarna
was het de beurt aan de Linkwood 26 Year
Old 1984/2011 (49,2%), die lekker ‘warm’ ruikt met donker fruit en gember.
Op smaak krijg ik pruimen, abrikozen, tabak. Lekker zacht en zoet. Een lange,
op eik eindigende, drogende finish, maakt van deze de winnaar van de avond voor
mij. Alas, hors parcours. Wat een
superwhisky!
Tot
slot, de nu al beruchte Port Ellen 27
Year Old 1983/2011 (55,5%). Zoet en donker, karamel en fruit, perfect in
balans met assen en teer. Citrus vervolmaakt het palate en de finish is lekker warm en lang. Niet de beste Port
Ellen die ik al proefde, maar zeker een beauty.
En
nog konden we niet vertrekken. Want ook Bart had nog een verrassing in petto.
Hij had namelijk de gloednieuwe Bruichladdich 10 Year Old The Laddie Ten
meegebracht. Het nieuwe vlaggenschip, unpeated, gerijpt op Amerikaanse eik.
Geweldig vettig en lekker. Aanrader.
Dankzij
de geweldige whisky’s, de heerlijke hapjes, het goede gezelschap en ondanks de
verkoudheid, een topavond die ik niet snel zal vergeten.
Oh,
ja, voor ik het vergeet. Gelukkige verjaardag, Jeroen! Op naar de 34.